Les 24 Spelling 5.8

Nederlands
Spelling 5.8
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Spelling 5.8

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Programma
  • Lezen/Woorden
  • Paragraaf 5.8
  • Evaluatie/vragen

Slide 3 - Slide

Doelstelling
Na deze les:
  • Herken je een tegenwoordig deelwoord en kun je het schrijven
  • Kun je bijvoeglijk naamwoorden juist schrijven

Slide 4 - Slide

timer
25:00
  • lees wat je wilt (moet op papier)
  • oordopjes zijn toegestaan 
  • je mag tegen de muur leunen
  • ipad plat
  • In stilte lezen!

Slide 5 - Slide

47. woord 
betekenis

48. Woord
=
betekenis

Slide 6 - Slide

Lieke gaat lopend naar school.
Hij kijkt me vragend aan.
Ze staat zingend onder de douche.
Ze gaan zwemmend naar de overkant.

  1. Zijn de rode woorden voltooid, of zijn ze nu bezig?
  2. Wat is een ander woord voor nu?
  3. Wat valt je op aan hoe de rode woorden zijn geschreven?

Slide 7 - Slide

Tegenwoordig deelwoord
  • Een voltooid deelwoord geeft aan dat iets voltooid is
  • Een tegenwoordig deelwoord geeft aan dat iets nog bezig is:

Hans fietste fluitend door de regen.
  • je schrijft de infinitief (hele werkwoord) + d

Slide 8 - Slide

timer
5:00
Doel: 
tegenwoordig deelwoord schrijven
Hoe: 
Talent online
Hulp: 
Lesstof en buur 
Klaar?
Docent
Wat:
5.8 Opdracht 4

Slide 9 - Slide

groot:
de grote man
een grote man
aardig:
de aardige vrouw
een aardige vrouw


klein:
het kleine meisje
een klein meisje
hoog:
het hoge huis
een hoog huis
Schrijf bovenstaande tekst over in je schrift.
  • Onderstreep de bijvoeglijk naamwoorden. 
  • Analyseer wanneer je geen 'e' achter het bn zet. 
  • Formuleer een regel: Wanneer geen 'e' achter bn?
timer
5:00

Slide 10 - Slide

LU-toets 2
Maak LU-toets 2 in LessonUp

Slide 11 - Slide

Stoffelijk bn
Je hebt ook bijvoeglijk naamwoorden die zeggen waar iets van is gemaakt. Die eindigen niet op een 'e', maar op 'en'.
  • een stenen huis
  • een wollen trui

Slide 12 - Slide

WW als BN
Je kunt ook werkwoorden gebruiken als bijvoeglijk naamwoord:
  • verbazen - de verbaasde blik in haar ogen
  • bouwen - het gebouwde huis

Slide 13 - Slide

timer
5:00
Doel: 
Bijvoeglijk naamwoord schrijven
Hoe: 
Talent online
Hulp: 
Lesstof en buur 
Klaar?
Docent
Wat:
5.8 Opdracht 5 en 6
(wat je niet afkrijgt is huiswerk)

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Op je Ipad in Talent online:
  • 5.8 Opdracht 4, 5 en 6
  • LU-toets 2

Slide 15 - Slide

Boekpromotie(s)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide