2mh les 4/4: leenwoorden

Aan het eind van deze week:
- weet je hoe je verschillende leestekens op de juiste manier schrijft; 
- weet je hoe je verkleinwoorden op de juiste manier schrijft;
- weet je hoe je meervouden op de juiste manier schrijft;
- hoe je verder moet met de zakelijke brief.

Vandaag leren we over leenwoorden en daarna gaan we aan de slag met de weektaak. 

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Aan het eind van deze week:
- weet je hoe je verschillende leestekens op de juiste manier schrijft; 
- weet je hoe je verkleinwoorden op de juiste manier schrijft;
- weet je hoe je meervouden op de juiste manier schrijft;
- hoe je verder moet met de zakelijke brief.

Vandaag leren we over leenwoorden en daarna gaan we aan de slag met de weektaak. 

Slide 1 - Slide

Engelse leenwoorden
Een samenstelling van Engelse woorden schrijf je in het Nederlands als één woord:
  • eyecatcher, multiplechoicevraag.

Als het rechter deel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken:
  • back-up, stand-by.
Sommige combinaties worden gezien als een woordgroep. Dan schrijf je de delen los: 
  • compact disc, first lady.

Slide 2 - Slide

Franse leenwoorden
Veel Franse woorden schrijf je in het Nederlands zonder accenttekens
  • compote, hotel, ragout.

Er staan accenten op de e als het nodig voor de uitspraak: 
  • Soms schrijf je een accent aigu, zoals bij paté.
  • Soms schrijf je een accent grave, zoals bij crème.
  • Soms schrijf je accent circonflexe, zoals bij crêpe.

Slide 3 - Slide

Komen de leenwoorden uit het Engels of uit het Frans?
FRANS
ENGELS
niveau
etui
airbag
make-up
diner
controle

Slide 4 - Drag question

Welk Engelse leenwoord is onjuist gespeld?
A
coverstory
B
eye liner
C
glamourgirl
D
make-up

Slide 5 - Quiz

Komen de leenwoorden uit het Engels of uit het Frans?
FRANS
ENGELS
DUITS
maillot
première
lipstick
sandwich
mayonaise
controle
schnitzel
bockbier
abseilen

Slide 6 - Drag question

Wat moet je doen als het rechterdeel van een Engels leenwoord een voorzetsel is?

Slide 7 - Open question

Nederlands
woord

Leenwoord
gitarist
iedereen
podium
miezerig
dirigent
sowieso
viezerik

Slide 8 - Drag question


Waarom schrijf je het Engelse leenwoord 'lay-out' met een koppelteken ertussen?
A
Het is een Engels leenwoord en dan moet dat.
B
Het is een Engels leenwoord met een voorzetsel als tweede deel.
C
Het is een Engels leenwoord dat je op zijn Engels uitspreekt.
D
Het streepje moet er staan omdat anders de klinkers botsen.

Slide 9 - Quiz

Weet je nu:
- hoe je verschillende leestekens op de juiste manier schrijft?
- hoe je verkleinwoorden op de juiste manier schrijft?
- hoe je meervouden op de juiste manier schrijft? 
- hoe je verder moet met de zakelijke brief? 
Huiswerk
    Spelling §4: Meervouden op -s, -en en -ën
    • opdracht 2 + 3 + 4
    Spelling § 5 Verkleinwoorden
    • opdracht 2 + 3 + 4 + 5 + 6

      Slide 10 - Slide