4.1 Prikkels en gedrag

Thema 4: Gedrag
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Thema 4: Gedrag

Slide 1 - Slide

Programma

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Tekst

Slide 3 - Slide

4.1 Prikkels en gedrag

Slide 4 - Slide

Wat is gedrag..?

Slide 5 - Slide

Wat is gedrag?
'Alles wat een mens of dier doet'


Slide 6 - Slide

Verandering in gedrag

 Ontstaat door een prikkel ->
Uitwendige prikkel (buiten het organisme)
Inwendige prikkel (binnen het organisme)

Slide 7 - Slide

Inwendige prikkel
Honger hebben
Uitwendige prikkel
Het zien van eten

Slide 8 - Slide

Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Wanneer werken prikkels?
Soms neem je prikkels waar, maar doe je er niks mee
vb: Hond die baas wel roept maar niet reageert
Bepaalde prikkels leveren altijd een reactie: Sleutelprikkels
Pimpelmezen: opengesperde oranje snavels -> sleutelprikkel voor ouder
Stekelbaarsmannetjes: rode buik van ander mannetje leidt tot dreiggedrag (video)

Slide 11 - Slide

Zelf doen!
Lees de tekst en maak
1 t/m 11 (v)
1 t/m 9 (hv)

Slide 12 - Slide

Thema 4: Gedrag(2)

Slide 13 - Slide

Programma
  •    Leerdoelen van vandaag
  •    Terugblik vorige les
  •    Nieuwe stof
  •    Zelfstandig werken
  •    Afsluiten

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven wat gedrag is
  • Je kunt beschrijven waardoor gedrag ontstaat
  • Je kunt beschrijven wanneer een mens of dier reageert
  • Je kunt uitleggen hoe je gedrag onderzoekt

Slide 15 - Slide

Vorige les...

  •   Wat is gedrag?
  •    Hoe ontstaat gedrag?
  •    Wat is een sleutelprikkel?

Slide 16 - Slide

Sleutelprikkel
Een bijzondere soort prikkel is een sleutelprikkel

Deze prikkel veroorzaakt altijd een bepaald gedrag!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Experiment Pik gedrag 
Meeuw braakt voedsel op als het kuiken naar de rode vlek op de snavel vlek pikt. Is de rode snavelvlek een sleutelprikkel voor het pikgedrag van meeuwenjongen? 


Slide 19 - Slide

Conclusie experiment
Rode vlek snavel  = sleutelprikkel
want, met rode vlek pikken de kuikens altijd! 

Zonder vlek op de snavel pikken de kuikens veel minder, ze worden niet geprikkeld tot een pik reactie!

Slide 20 - Slide

Wanneer reageer je? (v)

Slide 21 - Slide

Reageer je altijd op een prikkel?
Een dier ervaart continu zowel inwendige als uitwendige prikkels.
De inwendige prikkels, zoals honger, dorst of angst, kunnen zorgen voor motivatie om bepaald gedrag te vertonen: bijv. voedingsdrang.

Slide 22 - Slide

Motivatie
Motivatie = onderbouwing
oftewel...
"De reden waarom iemand iets wil of doet"

Slide 23 - Slide

Motivatie
  • Wat kost het vangen? (tijd, energie, risico)
  • Wat levert het op? (hoe groot is de prooi)
  • Hoe hard heb ik het nodig? (hoeveel honger)




Slide 24 - Slide

Motivatie
Als de optelsom boven de drempelwaarde komt, is de motivatie groot genoeg om bepaald gedrag te vertonen.




Slide 25 - Slide


Maak nu opdracht 12
in je boek
timer
5:00

Slide 26 - Slide

Gelukt..?

   Leerdoel1:
   Je kunt beschrijven wanneer een mens of dier
   reageert

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Hoe weten we dit allemaal?

Slide 29 - Slide

Hoe bestudeer je gedrag?
--> Ethologie

Slide 30 - Slide

Ethologie
Bij het goed bestuderen van gedrag zien we dat gedrag is opgebouwd uit opeenvolgende handelingen, dit zijn de ‘losse’ dingen die een dier doet      --> Filmpje

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Slide 33 - Video

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Hoe ziet een protocol eruit?

Slide 37 - Slide

In welke situatie ga jij het snelst naar bed?
A
situatie A
B
situatie B
C
situatie C
D
situatie D

Slide 38 - Quiz

Een prikkel van buiten het organisme heet een..?
A
Inwendige prikkel
B
Binnenprikkel
C
Uitwendige prikkel
D
Sleutelprikkel

Slide 39 - Quiz

Een uitwendige prikkel is...
A
Geluid en licht
B
Honger en dorst

Slide 40 - Quiz


A
Erfelijk, sleutelprikkel
B
Erfelijk, geen sleutelprikkel
C
Niet erfelijk, sleutelprikkel
D
Niet erfelijk, geen sleutelprikkel

Slide 41 - Quiz

Een lijst met handelingen en afkortingen heet een...
A
Tabel
B
Protocol
C
Ethogram
D
Grafiek

Slide 42 - Quiz

Hoeveel handelingen staan in de volgende zin?
'De hond staat op uit zijn mand en loopt naar zijn bak, waar hij gaat eten'
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 43 - Quiz

Waar of niet waar?
Je maakt een protocol, voor je het ethogram maakt?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quiz

Zelf doen! (huiswerk)
Opdracht 12 t/m 18 (h)
12 + 17 t/m 22 (v)

Slide 45 - Slide