Samenvattingsles Unit 2

Welcome!!
Morgen toets!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome!!
Morgen toets!

Slide 1 - Slide

Planning:
Keuzes:
- Zelf gaan leren
- Woordjes, dagen, maanden & rangtelwoorden leren met StudyGo
- Oefentoets maken
- Meedoen met herhaling

Slide 2 - Slide

Hoe?
- In stilte
- Zelfstandig
- Muziek luisteren mag
- Maak gebruik van de tijd!!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide


January
February
March
April
May
June

July
August
September
October
November
December
New grammar: months

Slide 5 - Slide


Monday
Tuesday
Wednesday
Thursday
Friday
Saturday
Sunday
New grammar: days

Slide 6 - Slide

Dates
                Data in het Engels schrijf je zo: 





The + rangtelwoord + of + maand: 
The fifth of December.

Slide 7 - Slide

Datum + de dag!
Data in het Engels schrijf je zo, 
maar soms moet je ook de dag erbij zeggen!
LET OP HOOFDLETTERS







dag + the + rangtelwoord + of + maand: 
Monday the fifth of December.

Slide 8 - Slide

Meestal gewoon -s
Star       ->  Stars
Jacket   ->  Jackets
Cat         ->  Cats
-f wordt -ves
Leaf      ->  Leaves
Scarf    ->  Scarves
Wolf     ->  Wolves
-y wordt -ies
Lady      ->  Ladies
Baby     ->  Babies
Puppy  ->  Puppies
Uitzonderingen:
Child     ->  Children
Tooth    ->  Teeth
Foot      ->  Feet

Slide 9 - Slide

Have of has?
I
Have
You
Have
He/She/It
Has
We
Have
You 
Have
They
Have
I have a dog
You have a dog
He/She/It has a dog
We have a dog
You have a dog
They have a dog

Slide 10 - Slide

Don't of Doesn't?
I
Don't
You
Don't
He/She/It
Doesn't
We
Don't
You 
Don't
They
Don't
don't have a cat
You don't have a cat
He/She/It doesn't have a cat
We don't have a cat 
You don't have a cat
They don't have a cat

Slide 11 - Slide

Staat het onderwerp in meervoud? -> many
Staat het onderwerp in enkelvoud? -> much

You have so ...... flowers!
I have too ..... work to do


Slide 12 - Slide

many
much

Slide 13 - Slide

much & many

Slide 14 - Slide

Wat is het rangtelwoord van 26?

Slide 15 - Open question

Wat is het rangtelwoord van 20?

Slide 16 - Open question

Wat is het rangtelwoord van 9?

Slide 17 - Open question

Wat is het rangtelwoord van 3?

Slide 18 - Open question

Schrijf de dag + rangtelwoord + maand voluit
(In het Engels!!)
vrijdag 25 september

Slide 19 - Open question

Schrijf de dag + rangtelwoord + maand voluit
(In het Engels!!)
woensdag 19 maart

Slide 20 - Open question

One elf, Two ....
(Vul het woord in meervoud in)

Slide 21 - Open question

One baby, Two ....
(Vul het woord in meervoud in)

Slide 22 - Open question

One child, Two ....
(Vul het woord in meervoud in)

Slide 23 - Open question

One classmate, Two ....
(Vul het woord in meervoud in)

Slide 24 - Open question

One party, Two ....
(Vul het woord in meervoud in)

Slide 25 - Open question

Schrijf in het engels:
Ik heb een kat

Slide 26 - Open question

Schrijf in het engels:
Zij heeft een kat

Slide 27 - Open question

Schrijf in het engels:
Wij hebben geen kat

Slide 28 - Open question

Schrijf in het engels:
Hij heeft geen kat

Slide 29 - Open question

Ik ben goed voorbereid voor de toets
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll