Hoofdstuk 4 - Grammatica en spelling

Nederlands

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Lezen

Slide 2 - Slide


Check in?
A
groene smiley
B
oranje smiley
C
rode smiley

Slide 3 - Quiz

Programma:
  • 13-6 Proefwerk lezen, woorden, grammatica en spelling
  • Terugkoppeling grammatica
  • Uitleg spelling
  • Check je kennis
  • Zelfstandig werken
Lesdoelen/ lesvragen:
  • Iedere stap van een instructie begint altijd met een .....
  • In de verleden tijd gebruik ik 't X Kofschip op de volgende manier....

Slide 4 - Slide

De leerlingen letten goed op tijdens de uitleg van de docent
  • Lidwoord: de, het, een 
    Een lidwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord.
    In het meervoud gebruik je altijd het lidwoord: de (de huizen, de eieren). 

  •  Zelfstandig naamwoorden: mensen, dieren, planten, dingen, namen en begrippen

  •  Werkwoord is een doe woord.
    Werkwoorden hebben verschillende vormen ze staan in de tegenwoordige of verleden tijd.
      

Slide 5 - Slide

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

Wat is de persoonsvorm?
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 6 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in deze zin?

Hoe vind je ook alweer de persoonsvorm?
A
Hoe
B
vind
C
je
D
ook

Slide 7 - Quiz

Gebruik 't kofschip of 't sexy fokschaap

Slide 8 - Slide

halen
Stam + te(n)
Stam + de(n)
fietsen
reizen
klappen
spelen
koken
blaffen
redden
vullen
zwaaien
fluisteren
typen

Slide 9 - Drag question

Zet de stappen van 't kofschip in de goede volgorde 
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Controleer of de laatste letter (medeklinker) in 't kofschip zit of niet
Kijk naar de laatste letter van de stam
Neem de stam van het werkwoord
Medeklinker wel in 't kofschip? >schrijf +te(n)
Medeklinker niet in 't kofschip? >schrijf +de(n)

Slide 10 - Drag question

Lezen

Slide 11 - Slide

Gebruik 't kofschip of 't sexy fokschaap

Slide 12 - Slide

Thema 4, 4.5 woorden

1-2(1)- 
4 - 5- 
8-9-
10-11-12-13-
15-16-17
Thema 4, 4.7 grammatica:
1 t/m 8
Thema 4, 4.8 spelling
1 t/m 11
Klaar
Oefen met flitskaartjes/ test jezelf
Maak een woordverhaal

Slide 13 - Slide