Stijlfiguren

Stijlfiguren
1 / 10
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Stijlfiguren

Slide 1 - Slide

Alliteratie
Leentje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan

Slide 2 - Slide

(anti)climax

Uren, dagen, maanden, jaren,
vliegen als een schaduw heen
zij die eens gelukkig waren
wonen nu in Amstelveen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Welke stijlfiguren ken je al?

Slide 5 - Mind map

Deze stijlfiguren moet je kunnen herkennen en benoemen.
Asyndeton (copulatief en adversatief)
Hyperbaton
Metonymia

Slide 6 - Slide

Asyndeton
De opeenvolging van twee of meer tekstelementen zonder verbindingswoord.
1. 'en' (copulatief): Dan zou ik mijn boek vertalen in het Maleis, Javaans, Soendaas, Alfoers, Boeginees, Battaks.
2. 'maar' (adversatief): Nergens ontwaarde hij een schip,  hij zag op het strand drie herten zwerven.

Slide 7 - Slide

Hyperbaton
De uiteenplaatsing van woorden die een grammaticale eenheid vormen; de eenheid wordt
onderbroken door een tekstelement dat niet bij de woordgroep hoort.
Ante volat comitique timet velut ales ab alto
quae teneram prolem produxit in aera nido.

Slide 8 - Slide

Metonymia
De vervanging van een begrip door een begrip dat daarmee te maken heeft maar er geen gelijkenis mee vertoont.
1. God i.p.v. zijn/haar invloedssfeer: 
Ceres (graan) was bedorven door water
2. Deel i.p.v. het geheel (pars pro toto)
Alle neuzen staan dezelfde kant op.
3. materiaal i.p.v. het voorwerp
hij hangt het nutteloze ijzer (zwaard) aan zijn zijde

Slide 9 - Slide

Benoem in gedicht 5 r.1-5 de volgende stijlfiguren
asyndeton
hyperbaton
metonymia.
Geef ook bij het asyndeton aan of het copulatief of adversatief is.

Slide 10 - Slide