This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Items in this lesson
8.1 De Verlichting
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Aan het einde van de les kun je de kenmerken van de Verlichting noemen en ken je een aantal belangrijke verlichte denkers.
Slide 2 - Slide
Koude oorlog
1945-1991
tijdvak 9 en 10
Slide 3 - Slide
wie bepaalt het moraal?
(voor de 17e eeuw)
+
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Wat wel?
Verlichting rekent af met:
- bijgeloof
- traditie
- intolerantie en machtsmisbruik
Slide 6 - Slide
1755
De ramp van Lissabon
Je ziet een computeranimatie van de ramp van Lissabon.
Daarna komt een vraag.
Slide 7 - Slide
0
Slide 8 - Video
Ramp van Lissabon (1755): a. Probeer te bedenken waarom deze ramp op veel verlichte denkers zoveel indruk maakte. b. welke verklaringen werden er gegeven denken jullie? Leg uit!
Slide 9 - Open question
De Verlichting
Periode (vanaf ongeveer 1700) waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand.
Ze waren daarbij kritisch: niet zomaar alles aannemen omdat een koning of de kerk dat zegt.
Ze vinden dat iedereen vrij en gelijkwaardig moet zijn: arm of rijk, slim of dom
Slide 10 - Slide
Nadenken over: God
twijfel over de rol van God
twijfel over de Bijbel
afwijkende meningen niet verbieden of vervolgen
let op: meeste verlichte denkers wel gelovig
Slide 11 - Slide
Locke en Rousseau over het sociaal contract
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
GEEN ABSOLUTE SAMENLEVING
Slide 17 - Slide
GEEN ABSOLUTE SAMENLEVING
Slide 18 - Slide
GEEN ABSOLUTE SAMENLEVING
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Voltaire
God heeft de wereld, de mens en de natuurwetten geschapen, maar bemoeit zich niet meer actief met de wereld
De kerk is niet goed. Geloofstolerantie
Hekel aan bijgeloof
mechanistisch wereldbeeld
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Rationeel Optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek en sociale verhoudingen
Kant
Slide 28 - Slide
Köningsberg
Filosofie
Universiteit
Dagindeling
Emile
Voorstander van Franse en Amerikaanse revolutie
Tegen censuur
Leven
Slide 29 - Slide
Motto Verlichting
‘Durf te denken’!
‘Van Verlichting is sprake wanneer de mens zich ontdoet van de onmondigheid die hij aan zichzelf te wijten heeft’
Slide 30 - Slide
Moraalfilosofie
Categorisch Imperatief
Veralgemenisering van persoonlijke handeling
Afgeleid uit de rede, niet religie
Wereldomvattende moraal
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Video
Spinoza
God is geen persoon (op de achtergrond), maar
God is in alles in de natuur
Maar: zelfs in de Republiek mochten zijn ideeën niet gepubliceerd worden.
Ongodisme
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Video
Nadenken over: Politiek en staat
3 belangrijke nieuwe ideeën:
John Locke: natuurlijke rechten
Rousseau: volkssouvereiniteit
Montesquieu: trias politica
Slide 35 - Slide
John Locke
natuurlijke rechten: recht op leven, bezit en vrijheid
('mensenrechten')
regering regeert op basis van vertrouwen
Slide 36 - Slide
De Verlichting
kritisch op de samenleving en de rol van de kerk
opvoeding en scholing: om de samenleving te verbeteren
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Video
maakt de wetten
voert de wetten uit
controleert of burgers zich aan de wetten houden
Slide 39 - Slide
Jean-Jacques Rousseau
Volkssoevereiniteit (macht ligt bij het volk)
Regering is alleen uitvoerder van de wil van de burgers
Slide 40 - Slide
Slide 41 - Video
Nadenken over: rechtspraak
bewijs vaak onbetrouwbaar: bekennen na marteling
lijfstraffen: irrationeel
Slide 42 - Slide
Nadenken over: ontwikkeling van volkeren
geschiedenis is lang proces van vooruitgang
samenleving verbetert steeds
kijk op 'primitieve' volkeren
Europees superioriteitsgevoel
Slide 43 - Slide
Verlichting
Rationeel denken en vrijheid leiden tot een betere wereld
Slide 44 - Slide
Leg uit dat deze bron een voorbeeld is van verlicht denken.
Slide 45 - Open question
0
Slide 46 - Video
Leg uit dat Belle van Zuylen aan de ene kant wel een product van de verlichting was, en aan de andere kant niet