LJ2 Hart en vaten Geneesmiddelenkennis les 2

Hart en vaten Geneesmiddelenkennis
Les 2
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeneesmiddelenkennisMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hart en vaten Geneesmiddelenkennis
Les 2

Slide 1 - Slide

Deze les:


Terugblik vorige les
Doelen van deze les
GNM bij stollingsstoornissen
Recept nakijken

Slide 2 - Slide

Welk geneesmiddelgroep verlaagt de bloeddruk door een verhoogde uitscheiding van water en zout?
A
Calciumantagonisten
B
Bètablokkers
C
RAS-Remmers
D
Diuretica

Slide 3 - Quiz

Welk geneesmiddelgroep verlaagt de bloeddruk door enkel een verwijding van de bloedvaten?
A
Calciumantagonisten
B
Bètablokkers
C
RAS-Remmers
D
Diuretica

Slide 4 - Quiz

Welk geneesmiddelgroep verlaagt de bloeddruk door een verlaging van de hartfrequentie?
A
Calciumantagonisten
B
Bètablokkers
C
RAS-Remmers
D
Diuretica

Slide 5 - Quiz

Welk geneesmiddelgroep verlaagt de bloeddruk door het remmen van een ingewikkeld systeem via de nieren?
A
Calciumantagonisten
B
Bètablokkers
C
RAS-Remmers
D
Diuretica

Slide 6 - Quiz

Welk geneesmiddelgroep geeft als bijwerking een te laag kaliumgehalte?
A
Calciumantagonisten
B
Bètablokkers
C
RAS-remmers
D
Diuretica

Slide 7 - Quiz

Welk geneesmiddelgroep geeft als bijwerking prikkelhoest?
A
Calciumantagonisten
B
Bètablokkers
C
RAS-remmers
D
Diuretica

Slide 8 - Quiz

In welke geneesmiddelengroep zit het middel metoprolol?
A
Calciumantagonisten
B
Bètablokkers
C
RAS-Remmers
D
Diuretica

Slide 9 - Quiz

In welke geneesmiddelgroep zit het middel enalapril?
A
Calciumantagonisten
B
Bètablokkers
C
RAS-Remmers
D
Diuretica

Slide 10 - Quiz

In welke geneesmiddelengroep zit het middel hydrochloorthiazide?
A
Calciumantagonisten
B
Bètablokkers
C
RAS-remmers
D
Diuretica

Slide 11 - Quiz

In welke geneesmiddelgroep zit het middel amlodipine?
A
Calciumantagonisten
B
Bètablokkers
C
RAS-remmers
D
Diuretica

Slide 12 - Quiz

Doel van de les
Na deze les weet jij welke gnm vallen onder antistollingsmedicijnenen weet jij wat de meest voorkomende interacties en bijwerkingen zijn van deze gnm.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Antithrombotica
Antistollingsmiddelen bij trombose

Groepen:
- Vit-K antagonisten ('protombineremmers')
- Trombocytenaggregatieremmers ('plaatjesremmers')
- Direct werkende anticoagulantia (stoppen stollingsfactor)

Slide 15 - Slide

Vitamine-K antagonisten 
Remmen de aanmaak van protrombine (stollingsfactor eiwit)
In de volksmond ‘bloedverdunners’, maar zijn dit in de werkelijkheid niet.
Wordt niet dunner, maar stolt minder snel.

Profylactisch gebruik (preventief)
Veel interactie met andere GNM (versterking, antistolling)
- Alcohol versterkt antistollingsmiddel
- NSAID’s vermijden (verlengen stollingstijd, maagbloeding)!

Trombosedienst controleert gebruik i.v.m. INR (stollingstijd).


Slide 16 - Slide

Vitamine-K antagonisten

Coumarinen: acenocoumarol (kortwerkend), fenprocoumon (langwerkend)

Overdosering symptomen: blauwe plekken, bloedneuzen, hematurie.
> bij overdosering middelen staken, anders Vit-K oraal toedienen.
> bij ernstige overdosering: toedienen stollingsfactoren

Slide 17 - Slide

Trombocytenaggregatieremmers
Beïnvloeden hechting van de bloedplaatjes aan de vaatwand
> verminderen vorming bloedstolsel

Profylactisch na hartinfarct, beroerte, TIA

Weinig bijwerkingen

acetylsalicylzuur 80mg per dag, carbasalaatcalcium 100mg per dag

Slide 18 - Slide

Direct werkende anticoagulantia
DOAC's remmen stollingsfactoren
Oraal of parenteraal
Weinig interacties, geen trombosedienst

Oraal: dabigatran, rivaroxaban, endoxaban, apixaban
Parenteraal: nadroparine, dalteparine


Slide 19 - Slide

Trombolytica
Lossen bloedstolsels op bij bijv. een acute beroerte.

Alleen in het zkh onder specialistische controle!

alteplase

Slide 20 - Slide

Nakijken recepten hart- en vaten

Slide 21 - Slide

Recepten hart- en vaatziekten
R/digoxine tablet 0,25mg
No.90 stuks
S/M 1T

R/acenocoumarol tablet 1mg
No.90 stuks
S/1.1T

Slide 22 - Slide

Volgende les
Wikiwijs opdrachten Hart- en vaatziekten

Slide 23 - Slide