- Je hebt de bezittelijke voornaamwoorden herhaald en kent ze weer
- je kan in het Duits een datum uitspreken en opschrijven
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Lernziele für heute
- Je hebt de bezittelijke voornaamwoorden herhaald en kent ze weer
- je kan in het Duits een datum uitspreken en opschrijven
Slide 1 - Slide
Deeltaak 3 Week 4
Slide 2 - Slide
Planung für heute
Planning:
- Herhaling bezittelijke voornaamwoorden
- uitleg ein- Gruppe
- oefenen met de ein- Gruppe
- uitleg over data uitspreken en opschrijven en kleine oefening
- vragen
- zelfstandig verder werken aan Baustein 14 und 16
Slide 3 - Slide
Grammatik:
bezittelijke voornaamwoorden
Possesivpronomen
Slide 4 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der Mann
die Frau
dasKind
die Autos
einMann
eine Frau
einKind
keine Autos
mein Mann
meine Frau
mein Kind
meine Autos
Het geslacht van de zelfstandige naamwoorden
Het onbepaalde lidwoord ein- en het woord kein- krijgen bij vrouwelijke woordenen in het meervoud een -e. Dat geldt ook voor de bezittelijke voornaamwoorden.
Slide 5 - Slide
Bezittelijke voornaamwoorden
Slide 6 - Slide
Das sind (jullie) ____Eltern(mv).
Slide 7 - Open question
Maike ist (haar) ______ Freundin(v).
Slide 8 - Open question
Was ist (jouw) ____ Name(m)?
Slide 9 - Open question
(Zijn) _____ Vater (m) hat ein gelbes Auto.
Slide 10 - Open question
Das ist (uw) ____ Fahrrad(o).
Slide 11 - Open question
Das sind (jouw) _____ Geschenke (mv).
Slide 12 - Open question
Lesdoel bereikt? Je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.