KDN Les 2 Spieren DAG 2

• KDN
• Primary Education
• Age 11

KDN Les 2 Spieren

Dag 2:

Onderdeel C, D :  blz. 6/7 &  

vragen 5 t/m 10

C.      Wat gebeurt er? 

Als je je spieren aanspant trekken deze aan je botten. 

Daardoor gaan ze bewegen.

Je hersenen sturen een bericht naar je willekeurige spieren om ze te laten bewegen. 

Spieren als je hart en je longen heten onwillekeurige spieren. 

Deze spieren worden ook door de hersenen bestuurd, maar je hebt er geen controle over.

C.      Wat gebeurt er? (2) 

Spieren werken meestal twee aan twee. Eén om te buigen en de ander om te strekken.

Aan het eind van een spier zit

een pees. Daarmee zit de

spier aan het bot vast.

We gaan in ons groep werken!

Regels:

• We lezen en beslissen samen.
• We respecteren elkaar.
• Denk aan de tijd!
• De leider stuurt.

Maak vragen:

5 t/m 8

De twee soorten spieren zijn de: willekeurige en onwillekeurige spieren.

1. waar
2. niet waar

Onwillekeurige spieren:
Worden door de hersenen bestuurt en de mens heeft geen controle.

1. Waar
2. Niet Waar

Spieren van je hart en longen zijn onwillekeurige spieren.

1. Waar
2. Niet Waar

Onwillekeurige spieren:
Worden door de hersenen bestuurt en de mens heeft geen controle.

1. Waar
2. Niet Waar

D.  Hoe gaat het in zijn werk?

Spieren kun je sturen. Naar elke spier loopt een zenuw. Deze zenuwen sturen een elektrisch signaal naar de spier als je deze aan wilt gebruiken. Het elektrische signaal zorgt ervoor dat de spier samentrekt: de spiervezels worden korter en dikker.

D.  Hoe gaat het in zijn werk? (2)

Als de spier meer kracht nodig heeft, worden er ook meer spiervezels aangespannen. 

Als je klaar bent met het aanspannen van je spier en je wilt hem weer ontspannen, stopt het elektrische signaal van de zenuw.

Zelfstandig werken

Maak vragen 9 t/m 11

Wat is de taak van het
elektrische signaal?

1. Zorgt ervoor dat de spier samentrekt: de spiervezels worden korter en dikker.
2. Zorgt ervoor dat de spier niet samentrekt: de spiervezels worden niet korter en ook niet dikker.

Wanneer sturen de zenuwen
een elektrisch signaal naar de spier

1. Als je deze wilt gebruiken.
2. Als je het niet wilt gebruiken.

Wat is de taak van het
elektrische signaal?

1. Zorgt ervoor dat de spier samentrekt: de spiervezels worden korter en dikker.
2. Zorgt ervoor dat de spier niet samentrekt: de spiervezels worden niet korter en ook niet dikker.

Spieren kun je sturen. Naar elke spier loopt een zenuw.

1. Waar
2. Niet Waar