Hoofdstuk 4: Taalbeschouwing deel 2

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inleiding
Vandaag gaan we verder met werkwoorden. We beginnen met een herhaling van de vorige les. Daarna testen we jullie voorkennis, gevolgd door instructie en verwerking.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nog onthouden van de vorige les?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Herhaling werkwoorden
Een werkwoord is een speciaal woord in een zin. Een werkwoord geeft aan wat iets of iemand doet, of wat er gebeurt.
Er bestaan ook werkwoorden die niet aangeven wat iets of iemand doet of wat er gebeurt, maar toch werkwoorden zijn: zijn, worden, hebben.
Een werkwoord kan er in verschillende zinnen anders uitzien. Hoe een werkwoord eruitziet, noem je de vorm van het werkwoord.
vb. Hij loopt naar school.
Ik loop de trap op.
Wij lopen naa de winkel.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les ...
- weet ik wat tegenwoordige tijd en verleden tijd is
- kan ik werkwoorden herkennen in welke tijd ze staan.
- kan ik werkwoorden in de tegenwoordige tijd en verleden tijd herkennen.

Slide 6 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Twee verhaaltjes
Je krijgt twee verhaaltjes te horen. Aan jullie de taak om goed te luisteren in welke tijd de verhaaltjes staan.
verhaal 1 = 
verhaal 2 =

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voorkennis activeren
Staan de volgende zinnen in de tegenwoordige tijd of verleden tijd?

Slide 8 - Slide

Voorkennis activeren: 
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand
van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te
geven aan de rest van de les. Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:
https://toetsrevolutie.nl/?p=2436
De dokter schreef een medicijn voor.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Ik ben met de bus naar school gegaan.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Instructie 
Op de volgende slides krijg je instructie over de tegenwoordige tijd en verleden tijd.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Tegenwoordige tijd

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Verleden tijd

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen
Schrijf op je wisbordje een zin in de tegenwoordige tijd op.
Laat aan je buurman/vrouw zien wat je hebt opgeschreven.
Leg ook uit waarom.
Wissel daarna van rol.
Schrijf ook een zin in de verleden tijd op en doe hetzelfde als hierboven.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De gezondheid van mijn duif gaat elke week achteruit.
Wat is het werkwoord in de zin?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

De gezondheid van mijn duif gaat elke dag achteruit.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Ik begreep de gelezen tekst niet.
Wat is het werkwoord in de zin?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Ik begreep de gelezen tekst niet.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Extra instructie
Wie heeft er nog extra instructie nodig voor:
- werkwoorden
- verleden tijd of tegenwoordige tijd

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak opdracht 3 en 4. Als je klaar bent ga je naar Numo - Nederlands- taken.
Ben je daar mee klaar, dan ga je op Numo iets oefenen waar je moeite mee hebt.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 23 - Slide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Begrippen uit deze les
  • tegenwoordige tijd
  • verleden tijd

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Klik op de spinner
Formatief evalueren

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat vond je van de afgelopen les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

This item has no instructions

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?
010

Slide 27 - Poll

This item has no instructions

Ben je blij met het resultaat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

This item has no instructions

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?
010

Slide 29 - Poll

This item has no instructions