16e en 17e eeuw: paragraaf 12 herhalen

De 16e en 17e eeuw
Literatuur: geschiedenis en theorie
Paragraaf 12
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De 16e en 17e eeuw
Literatuur: geschiedenis en theorie
Paragraaf 12

Slide 1 - Slide

Literatuur en taal
Dezelfde kenmerken als alle kunst:
  1. Realisme
  2. Estheticisme
  3. Classicisme

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Epigram / puntdicht
Kort gedicht
twee of vier regels
geestige inhoud
verrassend slot (pointe)

Belangrijke Nederlandse epigrammenschrijver: 
Constantijn Huygens

Slide 9 - Slide

Epigram / puntdicht

Slide 10 - Slide

Epigram / puntdicht

Slide 11 - Slide

Aforisme
Een korte krachtige zin met een levensles
Tegenwoordig: een korte geestige uitspraak



Slide 12 - Slide

Aforisme
Een gek die zwijgen kan, gaat door voor een verstandig man.
Constantijn Huygens
 Waar de democratie de meeste last van heeft, zijn de kiezers: Jan Blokker 
Ik zou wel willen zwijgen, maar ik vind er de juiste woorden niet voor.
 Herman Brusselmans.


Voorbeeld aemulatio: nieuwe genre!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Het Sonnet 
Twee veel gebruikte 'soorten':
- petrarkistisch sonnet 
  •  rijmschema abba abba cdc dcd
- Shakespeare sonnet
  • rijmschema abab cdcd efef gg

Andere variaties ook mogelijk

Slide 16 - Slide

Hoeveel regels heeft een sonnet?
A
4
B
6
C
8
D
14

Slide 17 - Quiz

Wat is, bij een sonnet, een volta?
A
inhoudelijke wending
B
strofe van 8 regels
C
tegenstelling
D
verandering van vorm

Slide 18 - Quiz

Het rijmschema van een sonnet kent een aantal variaties, maar het meest standaard is ...
A
ABAA ABAA CDD DCD
B
ABBA ABBA CDC DCD
C
ABBA ABBA DCD DCD
D
ABCD ABCD CDC DCD

Slide 19 - Quiz

Opdracht
Lees het gedicht Ziekentroost
(volgende slide of blz. 37 boek)
Beantwoord de vragen.

Slide 20 - Slide

ZIEKENTROOST - J. Slauerhoff, Soleares, 1933

Pizarro had de vijftig overschreden
En weinig roem behaald uit veel gevaar;
Zijn eerste vrouw droeg veeren in het haar
En op zijn kleine akker werkte een tweede.

Hij stond bekend als drieste moordenaar,
Geen wet haast die hij niet had overtreden,
Maar dat behoorde tot de goede zeden
Op Hispaniola – hij was vijftig jaar.

Toen kwam de kans: met een vermolmd karveel
Maakte hij de reis die niemand vóór hem deed,
Veroverde met honderd man Peroe.

Vijftig was hij, ik dertig maar: wie weet
Ontdek ik niet het zesde werelddeel,
Al ben ik nu na een paar stappen moe?

Slide 21 - Slide

Tussen welke regels ligt in dit sonnet de volta?
A
1e en 2e strofe
B
2e en 3e strofe
C
3e en 4e strofe

Slide 22 - Quiz

Geef tenminste drie tegenstellingen tussen het eerste en tweede deel.

Slide 23 - Open question

Wat is het rijmschema van een petrarkisch sonnet?
A
abab abba cdc dcd
B
abba cddc efe fee
C
abba abba cdc dcd
D
abab cdcd efef gg

Slide 24 - Quiz

Welk rijmschema heeft dit sonnet?

Slide 25 - Open question