MC1 Les 21

Willkommen!
1 / 10
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Willkommen!

Slide 1 - Slide

Planung
- Mondelingen
- Grammatik
- Üben
- Ferien!🎄

Slide 2 - Slide

Grammatik
  • Persoonlijk voornaamwoord 
  • Functie persoonlijk voornaamwoord:
  • Het persoonlijk voornaamwoord verwijst meestal naar een persoon of personen. Het kan ook verwijzen naar voorwerpen of onzichtbare zaken.

Slide 3 - Slide

Ik
Ich
Jij
Du
Hij
Er
Zij (ev.)
sie
Het
Es
Wij
Wir
Jullie
Ihr
Zij (mv.)
sie
U
Sie

Slide 4 - Slide

4. Fall
- 1e naamval = onderwerp (der/die/das/die/ein/(k)eine)
- 4e naamval: lijdend voorwerp
- wie/wat + gezegde + onderwerp = lijdend voorwerp
Bijv: Ich trinke einen Kaffee (m) 
wat drink ik? een koffie 

Slide 5 - Slide

Grammatik: Voorzetsels met de 4e naamval
Na sommige voorzetsels worden de 4e naamval gebruikt -->

Ezelsbruggetje:
DOFE GUB
Durch
door
ohne
zonder
für
voor
entlang
langs
gegen
tegen
um
om
bis
tot 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Grammatik bezittelijk voornaamwoord 1e naamval
Bezittelijk voornaamwoord NL
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig 
Meervoud
mijn
mein
meine
mein
meine
jouw
dein
deine
dein
deine
zijn
sein
seine
sein
seine
haar
ihr
ihre
ihr
ihre
ons/onze
unser
unsere
unser
unsere
jullie
euer
euere/eure
euer
euere/eure 
hun
ihr
ihre
ihr
ihre
uw
Ihr
Ihre
Ihr
Ihre 

Slide 8 - Slide

Grammatik bezittelijk voornaamwoord 4e naamval
Bezittelijk voornaamwoord NL
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig 
Meervoud
mijn
meinen
meine
mein
meine
jouw
deinen
deine
dein
deine
zijn
seinen
seine
sein
seine
haar
ihren
ihre
ihr
ihre
ons/onze
unseren
unsere
unser
unsere
jullie
eueren
euere/eure
euer
euere/eure 
hun
ihren
ihre
ihr
ihre
uw
Ihren
Ihre
Ihr
Ihre 

Slide 9 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e naamval (onderwerp)
der Mann
die Frau
das Kind
die Freunde
4e naamval (lijdend voorwerp)
den Mann
die Frau
das Kind
die Freunde
1e naamval (onderwerp)
ein Mann
eine Frau
ein Kind
(keine Freunde)
4e naamval (lijdend voorwerp)
einen Mann
eine Frau
ein Kind
(keine Freunde)

Slide 10 - Slide