Meewerkend voorwerp

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Meewerkend voorwerp

Blok 5, week 1, les 3

Stappenplan zinsontleding

1. Zoek de persoonsvorm

2. Zoek het onderwerp

3. Zoek het werkwoordelijk gezegde

4. Zoek het lijdend voorwerp

5. Zoek het meewerkend voorwerp

Wat is het meewerkend voorwerp?

• Het is altijd een mens of dier
• Het kan 1 woord zijn, maar ook meerdere woorden
• Het staat niet altijd in de zin
• Je vindt het door aan wie of voor wie te vragen 

Voorbeeld

De juf gaf de kinderen een teken dat ze naar buiten mochten.

Wat is de persoonsvorm?
Mijn oma vertelt mij een verhaal.

Wat is het onderwerp?
Mijn oma vertelt mij een verhaal.

Wat is het lijdend voorwerp?
Mijn oma vertelt mij een verhaal.

Wat is het meewerkend voorwerp?
Mijn oma vertelt mij een verhaal.

Wat is het meewerkend voorwerp?

Voor de tegenstander is het sein een raadsel.

1. Het sein
2. een raadsel
3. Voor de tegenstander

Wat is het meewerkend voorwerp?

De verzorger gaf de dieren het voedsel.

1. De verzorger
2. De dieren
3. Het voedsel

Wat is het meewerkend voorwerp?

Stan geeft de juf zijn nieuwe adres.

1. Stan
2. De juf
3. Zijn nieuwe adres