V3a, Herhaling & Oefentoets nabespreken

Pak je spullen:                                
Docent
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pak je spullen:                                
Docent

Slide 1 - Slide

Vandaag
Oefentoets & Herhaling

  • Schrijf deze les op wat je nog bestuderen moet
  • Klassikale vraag: Waar moet je nog mee oefenen voor de toets? 
  • Oefentoets nabespreken 1 t/m 14
  • Herhaling 6.1 t/m 6.5
  • Oefentoets nabespreken 15 t/m 20
  • W.V.T.T.K.

Slide 2 - Slide

Doel van deze les
  • Je hebt een overzicht van de stof
      en weet waar je nog mee moet oefenen voor de toets.

Slide 3 - Slide

Doel van deze les
  • Je hebt een overzicht van de stof
      en weet waar je nog mee moet oefenen voor de toets.
     
    Dus! 
  • Schrijf op waar je nog aandacht aan moet besteden.

  • Tip: Begrijp je een vraag niet meteen: MAAK EEN TEKENING!

Slide 4 - Slide

Waar heb je nog moeite mee?
Waar wil je nog uitleg over?

Slide 5 - Mind map

Nabespreken oefentoets 1 t/m 10


H3

Slide 6 - Slide

Nabespreken oefentoets opgave 1 t/m 14
V3

Slide 7 - Slide

Werken met zachtjes overleg
Oefentoets maken t/m 18
(19 & 10 hoeven niet)

Schrijf op waar je nog aandacht aan moet besteden.
Zet uitroepteken voor de vragen
die je moeilijk vindt.

Volgende les nabespreken 11 t/m 18.





timer
20:00

Slide 8 - Slide

Hierna: 

Herhalingsslides

Slide 9 - Slide

Stralengang tekenen:
1: spiegelbeeld
       van p tekenen
2: stippellijn van p' naar oog
3: lichtstraal van voorwerp naar spiegel,
waar stippellijn de spiegel snijdt.

4: lichtstraal van spiegel naar oog
p .
p' .

Slide 10 - Slide

Lichtstralen tekenen
  • Echt lichtstralen: Doorgetrokken lijnen
  • Met pijltje in de lijn
  • Achter de spiegel is geen licht, dus alleen stippellijnen
  • Bij spiegelbeeld: Stippel je constructielijnen
  •  Laat zien wat loodrecht of wat even lang is

Slide 11 - Slide

Lucht

Water,
of glas,
of plastic,
enz. ...

Slide 12 - Slide

Onthoud: 
- Bij licht van lucht naar water: Breking naar de normaal toe.
- Bij licht van water naar lucht: Breking van de normaal af.

Want: De vis is dichter bij dan
hij lijkt te zijn!



        

Slide 13 - Slide

                  Hol + Bol
Bolle lens = +lens:
Breekt altijd naar de optische as toe.
=convergeert

Holle lens = -lens:
Breekt altijd van de optische as af.
=divergeert

Slide 14 - Slide

Brandpunt
Brandpunt = Het snijpunt van de stralen die evenwijdig op de lens vallen. 

Als je kijkt naar iets wat oneindig ver weg is, dan is komen de stralen evenwijdig aan bij je oog, dus: b=f;
beeldafstand = branpuntsafstand.

Sterkere lens heeft Kleinere brandpuntsafstand!!

Slide 15 - Slide

Drie constructiestralen bij scherp beeld:
  1. Licht  midden door de lens gaat rechtdoor
  2. Licht evenwijdig aan de optische as gaat na de lens door het brandpunt.
  3. Licht dat door het brandpunt gaat,
    gaat na de lens evenwijdig aan de as.
1

2

2

3
3

Slide 16 - Slide

N is de vergroting: Hoeveel keer groter is het beeld

N = B/V (L_b/L_v)

N = b/v 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Oudziend
  • Ooglens is minder elastisch
  • Je kunt niet goed meer accomoderen.
  • Je hebt een positieve lens nodig

Slide 19 - Slide


Lenzenformule geldt alleen bij een scherp beeld.

b is dus de afstand van de lens tot het scherpe beeld.

v1+b1=f1

Slide 20 - Slide

v = voorwerpsafstand
b = beeldafstand
f = brandpuntafstand (= focusafstand)
v1+b1=f1
v
b
f
f

Slide 21 - Slide

Bij een bolle lens kan in deze formule
alleen b negatief zijn.

Als b negatief is, 
dan is er sprake van een virtueel beeld.

Dat beeld ligt dan aan dezelfde kant van 
de lens als het voorwerp.

Dit is het beeld bij een loep of vergrootglas.        
v1+b1=f1

Slide 22 - Slide

Bij constructie van een virtueel beeld, gebruik je dezelfde constructiestralen als bij een echt beeld.

1. Midden door de lens rechtdoor.
2. Evenwijdig aan optische as --> vanaf lens door brandpunt.
3. Alsof straal uit het brandpunt komt, en dan vanaf lens evenwijdig aan de optische as.

Enige verschil is dat je de stralen
na de lens teruguit moet stippelen,
totdat ze bij elkaar komen:
Daar is het beeld.

Slide 23 - Slide

Nabespreken oefentoets opgave 15 t/m 20
V3

Slide 24 - Slide