Quiz verbindingsdag Logopedie

Quiz verbindingsdag Logopedie
1 / 10
next
Slide 1: Slide
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Quiz verbindingsdag Logopedie

Slide 1 - Slide

Afasie
Hints!
Maak tweetallen. 
Probeer de zin van de volgende slides uit te beelden (zonder woorden) aan je buurman of buurvrouw. 
De linker persoon van het tweetal begint. 
De rechter persoon houdt zijn/haar ogen bij de volgende slide gesloten. Daarna wisselen de rollen om. 

Slide 2 - Slide

Zin 1: 


Linker persoon van het tweetal beeldt uit aan de rechter persoon:
''De therapie kan niet doorgaan omdat mijn dochter jarig is.''
timer
1:30

Slide 3 - Slide

Zin 2:

Rechter persoon van het tweetal beeldt uit aan de linker persoon: 

''Ik ben verdrietig want het is de sterfdag van mijn echtgenoot/echtgenote.''
timer
1:30

Slide 4 - Slide

Hoe merk je dat het taalbegrip bij een cliënt verminderd is?
A
Ik moet altijd erg hard praten voordat iemand begrijpt wat ik zeg.
B
De cliënt reageert vertraagd maar de reactie is adequaat.
C
De reacties die gegeven worden, zijn niet altijd adequaat.
D
De familie van de cliënt bevestigt dat de cliënt alles goed begrijpt.

Slide 5 - Quiz

Waarom kan iemand met een afasie (woordvindproblemen) het woord vaak niet opschrijven of tekenen?
A
De persoon heeft een verlamde hand.
B
Als je niet weet wat je wilt zeggen, kun je het ook niet schrijven/tekenen.
C
De pen is leeg.
D
De leesbril heeft niet meer de juiste sterkte.

Slide 6 - Quiz

Dysfagie
Time gedurende 1 minuut hoe vaak je slikt.
Hoe vaak denk je dat je gedurende een
hele dag slikt?
timer
1:00

Slide 7 - Open question

Neem een slok drinken:
Leun maar even flink achterover (lighouding) en kantel je hoofd. Slik dan door.
Hoe ging dit?

Slide 8 - Open question

Hoeveel procent van de bewoners in het verpleeghuis heeft een slikprobleem?
A
22%
B
25%
C
33%
D
42%

Slide 9 - Quiz

Bedankt!

Slide 10 - Slide