H1.3 les 7 Rekenen aan mengels

H1 Stoffen en materialen
Les 7 
rekenen aan mengsels

NOVA 3V H1.3
leg klaar:
  • laptop (dicht) 
  • schrift
  • rekenmachine
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Stoffen en materialen
Les 7 
rekenen aan mengsels

NOVA 3V H1.3
leg klaar:
  • laptop (dicht) 
  • schrift
  • rekenmachine

Slide 1 - Slide

Terugblik op een vorige les......
Wat weten jullie nog over mengsels?

Slide 2 - Slide

Soorten mengsels




enzovoort voor alle zes de soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
1
oplossing
vloeistof +
vaste stof of vloeistof of gas
helder
homogeen
2
suspensie
vloeistof + vaste stof
troebel
heterogeen
3
emulsie
vloeistof + vloeistof
troebel (na schudden)
heterogeen

Slide 3 - Slide

Soorten mengsels




enzovoort voor alle zes de soorten mengsels
nr.
naam
gemengde stoffen
helder of troebel
homogeen of heterogeen
4
gasmengsel
gas + gas
helder
homogeen
5
nevel
fijn verdeelde vloeistof  in gas
niet helder
heterogeen
6
rook
fijn verdeelde vast stof in gas
niet helder
heterogeen

Slide 4 - Slide

Welk soort mengsel is dit?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie

Slide 5 - Quiz

Welk mengsel is altijd helder?
A
suspensie
B
oplossing
C
emulsie
D
emulgator

Slide 6 - Quiz

Water gemengd met zand is een
A
suspensie
B
emulsie
C
oplossing

Slide 7 - Quiz

Hoe heet het mengsel van een vloeistof in een gas?
A
schuim
B
rook
C
oplossing
D
nevel

Slide 8 - Quiz

Hebben jullie vragen over verschillende soorten mengsels of het huiswerk?

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
Je kunt berekeningen uitvoeren aan de samenstelling van mengsels:
  • gehalte in g/L
  • massa%
  • volume%

Slide 10 - Slide

Deze les
  • uitleg & aantekeningen: laptop dicht --> NOTEER in je schrift
Keuze:
  • check of je het hebt begrepen: vragen in LU
  • zelf verder oefenen: NOVA online of in schrift

Slide 11 - Slide

Mengsel op macro-niveau
Mengsel op micro-niveau

Slide 12 - Slide

NOTEER



de eenheid van gehalte is gram per Liter ( g/L)



Slide 13 - Slide

Hoeveel zuurstof zit er in lucht?

Slide 14 - Slide

 NOTEER

Voorbeeld
Lucht bevat 21 volume % zuurstof
1 liter lucht bevat 0,21 x 1 = 0,21 liter zuurstof


Slide 15 - Slide

Hoeveel cacao zit er in melkchocola?

Slide 16 - Slide

NOTEER

Voorbeeld 
Het massapercentage cacao in melkchocola is 35%
Een reep melkchocola van 100 g bevat 0,35 x 100 = 35 g cacao
 

Slide 17 - Slide

Wat is een handige eenheid om aan te geven hoeveel suiker er in Cola zit?

Slide 18 - Open question

Een flesje sportdrank met een inhoud van 330 mL bevat 21 g opgelost suiker.

Bereken het gehalte suiker in g/L
A
15,7 g/L
B
63,6 g/L
C
0,0636 g/L

Slide 19 - Quiz

uitwerking
gegeven     21 g suiker in 330 mL sportdrank

formule

berekening                   330 mL = 0,330 L
                                           gehalte = 21 g / 0,330 L = 63,6 g/L

Slide 20 - Slide

uitwerking met verhoudingstabel
Soms is het makkelijk om een verhoudingstabel te gebruiken

gram
21 g
Liter
0,330 L
1 L

Slide 21 - Slide

Keuzemoment 
Doe je mee of ga je zelfstandig werken?

Meedoen: meedoen met de les, klassikaal oefenen
Zelfstandig werken: zelfstandig in stilte werken aan 
opdracht 4, 9 en 10 van H1.3

Slide 22 - Slide

Het volumepercentage zuurstof in lucht is 21 %

Hoeveel mL zuurstof is aanwezig in 2,00 L lucht?

A
420 mL
B
42,0 %
C
11,0 %
D
9,52 mL

Slide 23 - Quiz

uitwerking
gegeven     21 % zuurstof in 2,00 L lucht

formule

berekening       100 % = 2,0 L lucht
                                     1% = 0,02 L
                                   21 % = 21 x 0,02 = 0,42 L = 420 mL zuurstof

Slide 24 - Slide

uitwerking
gegeven     21 % zuurstof in 2,00 L lucht

formule

berekening       0,21 x 2,0 L = 0,42 L = 420 mL zuurstof

Slide 25 - Slide

Een reep pure chocola van 250 g bevat 160 g cacao

Bereken het massapercentage cacao in pure chocola.

A
1,56 %
B
0,64 %
C
64 %
D
4000 gram

Slide 26 - Quiz

uitwerking
gegeven     250 chocola en 160 g cacao

formule

berekening                               160 g
                              massa % = ---------- x 100% = 64 %
                                                        250 g
                                     

Slide 27 - Slide

Eigen werk
  • Doorlezen: 27 t/m 29 (onderstreep, maak aantekeningen),        kijk goed naar de voorbeelden van de rekenopgaven
  • Maken: H1.3 opgave 9 + 10 NOVA max online
  • Extra oefenopgaven vind je in de vaardigheidstrainer bij H1.3

NOTEER IN JE AGENDA:
vrijdag 27 oktober
PROEFWERK H1

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video