Online 6

1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Ziel
Ik ken de naamvallen
Ik ken de der- en de ein- groep
Ik ken de voorzetsels met 3e en 4e naamval
Ik heb mijn opdrachten nagekeken

Slide 2 - Slide

Waar staat de eerste naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 3 - Quiz

Waar staat de derde naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 4 - Quiz

Waar staat de vierde naamval voor?
A
gezegde
B
onderwerp
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 5 - Quiz

Na welke voorzetsels krijg je de 3e naamval?

Slide 6 - Open question

Na welke voorzetsels krijg je de 4e naamval?

Slide 7 - Open question

Ein-Gruppe
een -->             ein-
geen -->           kein-
mijn -->            mein-
jouw -->           dein-
zijn -->              sein-
haar -->             ihr-
ons/onze --> unser-
jullie -->           euer-
hun -->             ihr
uw -->               Ihr
eine     Frau dus ook: 
keine 
meine
deine
ihre 
unsere
euere
ihre

Slide 8 - Slide

Der-Gruppe
de/ het --> der/ die/ das (1e naamval) 
  • deze/die/dit/dat --> dies-
  • iedere/elke --> jed-
  • welke --> welch-
  • alle --> all-                                        Wat kun je hiermee?
der / dieser/ jeder/ welcher Mann ist krank
die/ diese/ jede/ welche Frau lacht

Slide 9 - Slide

obwohl
nur
denn
weil
want
omdat
hoewel
alleen maar

Slide 10 - Drag question

Du brauchst ein Papier und einen Kugelschreiber
Übersetze die Wörter:

Slide 11 - Slide

Die Übersetzung

Keine Ursache
der Schlüssel
das Zimmer
pauschal
nach Hause
schmutzig

Slide 12 - Slide

Übersetze: die Gegend
Kinderen spielen mit den Hunden im Gegend.

Slide 13 - Open question

Übersetze: gemütlich
Im Winter ist es im Haus sehr gemütlich

Slide 14 - Open question

Übersetze; scheitern
Sein Motto ist: lieber gescheitert, als es nie versucht zu haben.

Slide 15 - Open question

Übersetze: trotzdem
Trotzdem war das nicht gerade der Start, den ich mir gewünscht habe.

Slide 16 - Open question

Wat is op jou van toepassing?
A
Ik ken de woordjes al goed
B
Ik ken de woordjes een beetje, maar ik moet nog wel goed leren
C
Ik ken de woordjes nog niet, dus ik moet nog erg goed leren

Slide 17 - Quiz

Kijk je gemaakte opdrachten nu na. De antwoorden staan in teams.

Slide 18 - Slide

                Week  1          2             3                 4
Lesen             31-36      37-41      42-44         45-47
Schreiben    23-25      26-28    29 30 32        34
Sprechen      27             28          29a           30 a hele zinnen

Voor tentamen 2 moet je leren:
 Stencil S. 158/159 alle woorden ND en DN tm 161 en de volgende lesjes: Lesen S. 46+: opdr 12 tm 19, 22, 24 tm 27, 33 tm 41 en de theorie behorende bij 42 tm 64
Schreiben S. 108+ opdr. 15 tm 18, 19 tm 23, 25 tm 28

            

Slide 19 - Slide

Maakwerk Lesen S. 77 48, 49 / Schreiben S. 127 35 Sprechen S. 160 31

Let op: vorig jaar heb je een mondeling voorbereid. Zorg dat je dit nu uitbreidt. In teams vind je de opdracht. Je maakt er ook een PowerPoint bij. Hier staan per dia alleen de themawoorden  én een foto over het thema op.

Slide 20 - Slide