This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Spelling H1
Slide 1 - Slide
Deze les
- Huiswerk
- Lesdoel
- Terugblik/voorkennis
- Uitleg
- Aan de slag
- controle
Slide 2 - Slide
Lesdoel
• Je weet dat er in elke zin minstens één werkwoord staat.
• Je weet hoe je een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct moet spellen.
• Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen.
* Je kunt de leestekens: punt, komma, uitroepteken, vraagteken en aanhalingsteken correct gebruiken.
Slide 3 - Slide
Wat is de functie van een werkwoord in de zin?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Tegenwoordige tijd
De gemiddelde deelnemer (zingen), (dansen) of (rappen).
Nina (antwoorden) op de vragen door de zinnen achterstevoren te zeggen.
Jij kunt beter nog even oefenen (adviseren) de jury minder getalenteerde deelnemers.
Slide 6 - Slide
Gebiedende wijs
Hoe schrijf ik het werkwoord:
(doen) die telefoon weg!
Slide 7 - Slide
Gebiedende wijs
De gebiedende wijs gebruik je als je iemand iets beveelt.
Sta op!
Ga weg!
Je schrijft dan alleen de ik-vorm.
Slide 8 - Slide
Leestekens
punt, vraagteken en uitroepteken: aan het einde van een zin. Let op! plaats niet teveel uitroeptekens, dat staat niet netjes. Je gebruikt het uitroepteken achter een uitroep of bevel.
Komma:
De komma gebruik je bij een opsomming en bij een samengestelde zin tussen twee persoonsvormen. Let op! je plaatst geen komma voor "en" en "of".
Slide 9 - Slide
Leestekens
Aanhalingstekens gebruik je bij:
- een citaat: de docent zei: "pak allemaal je schrift".
- Als je een woord speciale aandacht wilt geven: hij was "ziek"./ hoe spel je "chauffeur".
Slide 10 - Slide
Samen oefenen
opdracht 10 zin a en b op bladzijde 61
Slide 11 - Slide
Aan de slag
Maken :
opdracht 4, 5, 7, 9 en 10 op bladzijde 58-61
Klaar?
Maak de test jezelf online
10 minuten in stilte.
timer
10:00
Slide 12 - Slide
Lesdoel
• Je weet dat er in elke zin minstens één werkwoord staat.
• Je weet hoe je een persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct moet spellen.
• Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen.
* Je kunt de leestekens: punt, komma, uitroepteken, vraagteken en aanhalingsteken correct gebruiken.
Slide 13 - Slide
Wat weet je nu, wat je voor deze les nog niet wist?