nederlands opsommingen

nederlands opsommingen
Guusje
Mylan
Anouk
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

nederlands opsommingen
Guusje
Mylan
Anouk

Slide 1 - Slide

wat weet je al?

Slide 2 - Mind map


wat zijn de signaalwoorden??
de kat sprong uit het raam, waarna hij op vier poten landde en meteen wegrende

Slide 3 - Open question

wat zijn opsommingen?

Slide 4 - Open question

uitleg
Een opsomming herken je aan signaalwoorden zoals: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook, nog, verder, bovendien, tevens, daarnaast, ten slotte, en. Je kunt een opsomming ook herkennen aan opsommingstekens, zoals een dubbele punt (:), liggende streepjes (-), getallen (1, 2, 3) Bijvoorbeeld: ​
Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.​

Slide 5 - Slide

noem 3 opsommingen

Slide 6 - Open question

ik ga elke zondag wielrennen, behalve als het hard waait
A
waait
B
behalve
C
als
D
zondag

Slide 7 - Quiz

noem een signaalwoord?

Slide 8 - Mind map

is deze zin een opsomming?

"ik ga buiten spelen"
A
ja
B
nee
C
misschien
D
geen idee

Slide 9 - Quiz


mijn moeder wil groenten en fruit kopen. verder brood en daarnaast wat broodbeleg en ten slot een paar toetjes

Slide 10 - Open question

ik kan wel dansen en zingen van vreugde, we gaan naar het pretpark
A
ja
B
nee
C
misschien
D
geen idee

Slide 11 - Quiz

tips en tops

Slide 12 - Mind map