9.1 Ongezond

9.1 Ongezond
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

9.1 Ongezond

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Intro hoofdstuk
  • Stellingen
  • Uitleg 9.1 deel 1
  • Opdracht 'speeddaten' 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke factoren van invloed zijn op je gezondheid.
  • Je kunt uitleggen wat genotmiddelen zijn en voorbeelden noemen.
  • Je kunt beschrijven op welke drie manieren je afhankelijk van een genotmiddel kan zijn.
  • Je kunt drie manieren benoemen waarop drugs invloed hebben op je hersenen.

Slide 3 - Slide

Invloeden op je gezondheid
Leefstijl

Omgeving: bijv. stad/platteland, 
maar ook mensen om je heen.

Gezondheidszorg

Slide 4 - Slide

Wat is een leefstijl?
Leefstijl= je manier van leven.

Dus je gewoonten van eten, drinken, 
roken, slapen, schoolwerk, bewegen
 en ontspannen.

Je leefstijl kies je zelf.

Slide 5 - Slide

Bespreken opdracht 1 en 2
 blz 140




daarna zelfstandig verder met 1 tm 5 blz 141, 142

Slide 6 - Slide

Huiswerk
Lezen genotmiddelen


maak opdracht 6, 7, 8, 10 en 11

Slide 7 - Slide

Les 2
- Stellingen
- genotmiddelen

Slide 8 - Slide

Drink je wel eens alcohol?
A
Ja, meerdere keren per week
B
Ja, meestal in het weekend
C
Heel af en toe, bij speciale gelegenheden
D
Nooit

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Stellingen
Ben je het ermee eens, oneens of twijfel je nog?
Kun je uitleggen waarom?

Slide 11 - Slide

Zonder alcohol zijn feestjes niet leuk.
Eens
Oneens
Twijfel

Slide 12 - Poll

Af en toe een biertje drinken voor je 18e moet kunnen.
Eens
Oneens
Twijfel

Slide 13 - Poll

De leeftijdsgrens voor alcohol zou terug moeten naar 16 jaar.
Eens
Oneens
Twijfel

Slide 14 - Poll

De verkoop van sigaretten zou verboden moeten worden.
Eens
Oneens
Twijfel

Slide 15 - Poll

Genotmiddelen
Genotmiddelen gebruiken mensen om zich beter te voelen. 

Voorbeelden:
  • koffie
  • alcohol
  • sigaretten
  • drugs
  • chocolade/snoep

Is alcohol een genotmiddel? En koffie?

Slide 16 - Slide

Genotmiddelen kunnen zijn vaak verslavend, waardoor je er afhankelijk van kunt worden. Dit kan op drie manieren:

  • Lichamelijk: je lichaam heeft het nodig om te kunnen functioneren. Zonder krijg je ontwenningsverschijnselen.
  • Geestelijk: je voelt je niet prettig als je het middel niet kunt gebruiken.
  • Sociaal: je mist het contact met mensen waarmee je het gebruikte.

Slide 17 - Slide

Wat doen drugs met je hersenen?
Drugs kunnen op drie manieren invloed hebben op je hersenen:
  • Verdovend: je hersenen werken trager. Ze verminderen pijn, angst en spanning.
  • Stimulerend: je hersenen werken sneller en je voelt je actiever.
  • Bewustzijnsveranderend: je hersenen werken anders. Je beleeft de werkelijkheid anders.

Slide 18 - Slide

Speeddaten
  • Je krijgt een drug toegewezen, bewaar het naamkaartje voor de 'speeddate' (volgende les).
  • Maak een 'dateprofiel' voor deze drug. Gebruik het document wat je hebt gekregen. 
  • De drug die je hebt toegewezen gekregen lever je voor de volgende les digitaal in op Somtoday
  • De volgende les wordt jullie kaart gedeeld ter informatie en kort toegelicht door jullie 

Slide 19 - Slide

Keuze drugs, groepjes van 3 of 4
alcohol, GHB en heroïne.
 cafeïne (koffie), nicotine, XTC, cocaïne en speed.
 cannabis, LSD en paddo’/truffels.

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Uitwerken kaartje drugs en inleveren als opdracht bij somto day
lezen blz 146 "wat zijn de gevolgen van roken?"
maken opdracht 13 tm 18


Slide 21 - Slide

les 3

Slide 22 - Slide

Speeddaten

Slide 23 - Slide

Welke soorten drugs ken je?

Slide 24 - Open question

Softdrugs (bv. wiet, lachgas) is helemaal niet zo erg om te gebruiken.
Eens
Oneens
Twijfel

Slide 25 - Poll

Alle drugs zou gelegaliseerd moeten worden.
Eens
Oneens
Twijfel

Slide 26 - Poll

Uitproberen van drugs en grenzen verkennen moet kunnen als jongere.
Eens
Oneens
Twijfel

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Link

Les 2

Slide 29 - Slide

Speeddaten
  • Je krijgt een drug toegewezen, bewaar het naamkaartje voor de 'speeddate' (volgende les).
  • Maak een 'dateprofiel' voor deze drug. Gebruik het document op It's Learning. 
  • Hiermee ga je de volgende les speeddaten met andere drugs. 

Slide 30 - Slide

Volgende les
Volgende les gaan we 'speeddaten'.

Zorg ervoor dat je de info van je date profiel meeneemt op papier.



Slide 31 - Slide

Deze les
  • Speeddaten
  • Uitleg over 9.1 deel 2
  • Opdrachten maken
  • Video 

Slide 32 - Slide

Speeddates!

Slide 33 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de mogelijke gevolgen van verslaving aan roken, alcohol en blowen beschrijven.
  • Je kunt gevolgen van alcohol op korte en op lange termijn noemen.

Slide 34 - Slide

Roken
Drie schadelijke stoffen:
  • Nicotine = verslavende stof in tabak. Het versnelt de hartslag en vernauwt de bloedvaten -> hoge bloeddruk.
  • Koolstofmonoxide = gas dat je inademt als je rookt. Hecht aan hemoglobine. 
  • Teer kleeft aan binnenkant van longen en beschadigt het slijmvlies. 
Wat zal dat voor effect hebben?
Drie schadelijke stoffen:
  • Nicotine = verslavende stof in tabak. Het versnelt de hartslag en vernauwt de bloedvaten -> slechte doorbloeding en hoge bloeddruk.
  • Teer kleeft aan binnenkant van longen en beschadigt het slijmvlies. 
  • Koolstofmonoxide = gas dat je inademt als je rookt. Hecht aan hemoglobine.
Roken

Slide 35 - Slide

Bedenk voor het kijken:

  • Hoeveel rookt een gemiddelde roker per dag? 
  • 20 sigaretten per pakje
  • Hoelang duurt het dan voordat een roker zoveel gerookt als in het filmpje?

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Gevolgen van roken
Na 1 sigaret
Ziekten aan de luchtwegen:
  • COPD = chronic obstructive pulmonary disease






  • Longkanker

  • chronische bronchitis = bronchiën zijn steeds ontstoken en slijmvlies maakt meer slijm aan. Moeilijker om te ademen.
  • longemfyseem: longblaasjes klappen, je kunt minder zuurstof opnemen in het bloed.

Slide 38 - Slide

Alcohol (ethanol)
Alcohol is een gifstof, het verdooft je hersenen. Je kunt er aangeschoten of dronken van worden.


Alcoholvergiftiging = hersenen vallen
uit en je kunt in coma raken (na 
comazuipen).

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

Blowen
Blowen = roken van wiet/hasj, gemaakt 
van cannabisplant. 
Als je 'stoned' bent, ben 
je loom en verdoofd. 'High' betekent dat je je opgewekt en actief voelt. 

Cannabis versterkt je stemming. Voel je je goed, dan voel je je nog beter, maar voel je je slecht, nog slechter!
Gevaar: paniek, versnelde hartslag, duizeligheid, verslaafd raken.

Slide 41 - Slide

Drugs
Wat ben je tijdens het maken van je dateprofiel
of het speeddaten te weten gekomen?

Harddrugs is illegaal. Daardoor weet je niet
zeker of de drugs die je krijgt geen slechte 
stoffen bevatten. 
Je kunt drugs daarom anoniem laten testen
in Nederland. 


Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Hulp nodig? 
Mocht jij zelf hulp nodig hebben bij een verslaving of iemand die jij kent  kampt met een verslaving dan kun je altijd terecht bij iemand op school.
Te denken valt aan je mentor, een docent, vertrouwenspersoon. Zij kunnen en willen je altijd een luisterend oor bieden en je helpen!

Daarnaast kan er via school hulp ingeroepen worden van externe organisaties. 
 

Slide 44 - Slide

Opdrachten
Basis: 11, 13 t/m 15, 18, 19, 21 t/m 23, 27

Slide 45 - Slide