Taalverzorging les 1 t/m 3 (herhalen woordsoorten / spelling)

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek deel A
  
• je leesboek
• je iPad (dicht)

Les 1

Test jezelf 1.8

5.9: 7 t/m 12 (p. 146)

Planning

• Deze week herhalen grammatica woordsoorten
• Les 1: herhalen 1.8 en 2.8
• Aan de slag 
  
• Afsluiting van de les

Tijden van het werkwoord (p. 62)

Plaats 1

Plaats 2

Plaats 3

Plaats 4

o.t.t.t. betekent: 

o.v.-.t. betekent: 

onvoltooid/voltooid

tegenwoordig/verleden

toekomend/ - niet

tijd

Mijn broer had gevoetbald.

Mijn zus zal toch niet de film hebben gemist?

Stappenplan tijden ww

Onderstreep alle ww in de zin.

1. Vd en hww? Ja => plaats 1 v, nee => plaats 1 o
2. Pv zoeken. tegenwoordig plaats 2 of verleden plaats 2
3. Vorm van zullen? Ja => plaats 3 t, nee => plaats 3 leeg
4. Plaats 4 altijd t van tijd.

Oefenen

.......: Ik zal het nooit meer doen.

.......: Volgende week zullen we de toets gemaakt hebben.

.......: Emma zou vandaag optreden. (maar ze kon niet)

.......: Kim zou hebben afgekeken tijdens de toets. 

Oefenen

ottt: Ik zal het nooit meer doen

vttt: Volgende week zullen we de toets gemaakt hebben

ovtt: Emma zou vandaag optreden, maar ze kon niet.

vvtt: Kim zou hebben afgekeken tijdens de toets. 

2.8 Wederkerend voornaamwoord

Ik vergiste ...... nog weleens in de route. 

Heb jij ...... in een snoepje verslikt?

Hij schaamt ..... nooit voor een vergissing.

Wij herinneren ............. nog dat we op de basisschool zaten.

Irriteren jullie ....... aan die ringtone?

Zij realiseren ....... dat ze al heel veel weten.

Wanneer vielen jullie .... elkaar in de  armen?

Werkmoment

Les 1:

Maak Test jezelf 2.8

Alles op groen?

Ga lezen of herhalen voor de toets

Afsluiting

Vandaag:

• herhaald toekomende tijd
• herhaald wederkerend / wederkerig voornaamwoord

Volgende les:

• herhalen koppelwerkwoord

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek deel A
  
• je leesboek
• je iPad (dicht)

Les 2

Planning

• Deze week herhalen grammatica woordsoorten
• Les 2: herhalen 3.8
• Aan de slag 
  
• Afsluiting van de les

3.8 Koppelwerkwoord 

• zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen, heten, voorkomen
• Functie van koppelwerkwoord? Onderwerp is iets.
• Twijfel? wisseltruc met zijn, worden, blijven

Mijn lerares blijft haar hond uitlaten.

Mijn lerares is altijd rustig gebleven.

Tip! Meer dan 1 werkwoord in het gezegde, de pv is hww.

Werkmoment

Les 1: Maak Test jezelf 2.8

Les 2: Maak Test Jezelf 3.8

Alles op groen?

Ga lezen of herhalen voor de toets.

Afsluiting

Vandaag:

• herhaald koppelwerkwoord

Volgende les:

• Herhalen weglatingsstreepje (3.9/4.9 belangrijke punten)

Welkom!

Leg alvast klaar:

• je etui
  
• je leerwerkboek deel B
  
• je leesboek
• je iPad (dicht)

Les 3

Planning

• Les 3: herhalen 3.9/4.9/5.9
• Aan de slag
  
• Afsluiting van de les

3.9 Tussenletters 

Gaat om samenstelling zn met andere woordsoort

1. Je hoort de s => dorp & plein: dorpsplein 
2. Je hoort de s niet goed => station & chef: stationschef
3. Eerste deel alleen meervoud op -en => en

Rest -e ertussen

Oefenen

dorp + plein

poes + mand

schaap + vacht

lade + blok

zon + schijn

Koning + dag

benzine + pomp

Oefenen

dorp + plein               dorpsplein

poes + mand             poezenmand

schaap + vacht          schaapsvacht

lade + blok                 ladeblok

zon + schijn                zonneschijn

Koning + dag              Koningsdag

benzine + pomp         benzinepomp

4.9 Leestekens 

Oefenen

De fiets van Lex                       Lex    fiets

Ik heb haar ook gevraagd.       Ik heb  r ook gevraagd.

Met twee mensen is het leuk.  Met zijn twee...... is het leuk.

De tas van Emma                    Emma      tas

De trui van Sven                      Sven      trui

5.9 Weglatingsstreepje

Soms staan in een zin twee samenstellingen naast elkaar met daarin hetzelfde woord. Dan een deel vervangen door -

• Ik houd van tomatensoep en groentesoep.
• Ik houd van tomaten- en groentesoep.
• Hij leest op maandagmiddag en maandagavond.
• Hij leest op maandagmiddag en -avond.

Koppelteken 

• uitspraak
• als delen van de samenstelling gelijkwaardig zijn

doe-het-zelfzaak (winkel voor de doe-het-zelver)

gooi-en-smijtwerk (een ruwe manier van werken)

hang-en-sluitwerk (een bepaald soort ijzerwerk)

Geen samenstelling? Dan trema => hygiëne, ruïne, skiën

Regels goed leren.

Werkmoment

Les 1: Maak Test jezelf 2.8

Les 2: Maak Test Jezelf 3.8

Alles op groen?

Les 3: 

Oefen voor de toets/werken aan fictietaak.

Welke vragen heb je?

Afsluiting

Volgende week:

• Herhalen voor de toets
• Bezig met fictietaak

Herhalen spelling

1.9: dubbele punt, aanhalingstekens, vwo: puntkomma

2.9: hoofdletters

1.9 Leestekens (p. 74)

komma=> opsomming, tussen twee pv's, tussen bn

Toen ik dit weekend boodschappen deed was het water op.

Omdat Vitens had gemeld dat er een bacterie in het water zat wilde iedereen opeens water kopen.

Zet aanhalingstekens

de conciërge zei ruim je rommel op

ik riep iedereen laat hier alles slingeren

Zet aanhalingstekens

De conciërge zei: 'Ruim je rommel op.'

Ik riep: 'Iedereen laat hier alles slingeren!'

Puntkomma

• Alsof er een voegwoord zou staan.

Frank was te laat; zijn fiets bleek gestolen.

• Onderdelen opsomming onderscheiden.

Ik ga de volgende dingen kopen in de stad: een schrift, een pen en een gum; een broek, sokken en een riem; drop, kauwgum en chips.

VWO

2.9 Hoofdletters

ik lees een boek over de tweede wereldoorlog waarin willem in hannover woonde 

hij was verliefd op elske die in den bosch woonde

2.9 Hoofdletters

Ik lees een boek over de Tweede Wereldoorlog waarin Willem in Hannover woonde.

Hij was verliefd op Elske die in Den Bosch woonde.