Studiemeter thema 2 Grammatica

Hoe ziet deze les er uit?

 

- Terugblik

- Studiemeter openen en aan de slag

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe ziet deze les er uit?

 

- Terugblik

- Studiemeter openen en aan de slag

Slide 1 - Slide

Terugblik

Tijdens de vorige les hebben we kennis gemaakt met lidwoorden en zelfstandige naamwoorden. 

Slide 2 - Slide

Lesdoel

Ik kan lidwoorden en

zelfstandignaamwoorden

herkennen en benoemen in een zin.

Slide 3 - Slide

Een zin kun je verdelen in losse woorden.

Die woorden kun je allemaal een naam geven.

Sommigen krijgen dezelfde naam.

Dit heet een woordsoort.




Lidwoord: ( LW)

de, het, een

Staat altijd vóór een zelfstandig naamwoord.


Zelfstandig naamwoord: ( ZN)

namen van:

mensen, dieren, dingen, planten en eigen namen.


  • Een zelfstandig naamwoord kun je in het meervoud zetten.
  • Voor een zelfstandig naamwoord kun je een lidwoord zetten.
  • Je kunt een zelfstandig naamwoord verkleinen.






Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat zijn in deze zin de lidwoorden?

Een piloot van Continental Airlines is tijdens een vlucht overleden
A
Piloot, vlucht
B
een, piloot
C
een, vlucht
D
een, een

Slide 6 - Quiz

De drie lidwoorden zijn:
A
vaak, en, de
B
een, het, op
C
de, het, een
D
de, het, aan

Slide 7 - Quiz

Welke woorden zijn zelfstandig naamwoorden?
A
Lopen
B
Stoel
C
Slager
D
Karien

Slide 8 - Quiz

Welke woord in de zin is een zelfstandig naamwoord?

Een mooi nieuw mobieltje

A
mooi
B
mobieltje
C
nieuw
D
een

Slide 9 - Quiz

Welk woord in deze zin is het zelfstandig naamwoord?

De oude versleten bus.
A
de
B
oude
C
versleten
D
bus

Slide 10 - Quiz

Studiemeter

Opdracht Spelling online en in je boek.


Slide 11 - Slide

Wat weet je nu?

Ik kan lidwoorden en

zelfstandignaamwoorden

herkennen en benoemen.

Slide 12 - Slide