1.1 M&O hoofdstuk 1 Intern onderzoek + leiderschap

• Praktische economie
• MBO
• Studiejaar 4

Doelen

• Planning
• Wat is een operationeel plan?
• Hfdt 1 Intern onderzoek: De organisatie
• Het bedrijf zelf!
• Schrijven van de inleiding

Planning

• Week 46: Intern onderzoek/ Bedrijfsformule/product (Boek 1.1 t/m 2.2)
• Week 47: Prijs/Plaats/Promotie (boek 2.3 t/m 2.5)
• Week 48: Personeel/Marktsegmenten/Persona/Leveranciers/publieksgroepen (boek 2.6 t/m 3.5)
• Week 49: Toets meerkeuze LessonUp

Hoe heet het plan dat jullie gaan schrijven voor het onderdeel W1?

1. Afdeling plan
2. Marketing plan
3. Verkoop plan
4. Operationeel plan

Een manager = Iemand die werkzaamheden plant, coördineert en [..................] met als [..................] de [.........................] van een organisatie te behalen

Sleep het juiste woord op de juiste plek in de definitie van manager

doelstellingen

aanstuurt

oogmerk

Sleep de tekst naar de juiste foto

Laissez fair

Autoritair

Democratisch

Bij Roc City Marketing hebben jullie regelmatig overleg met jullie werknemer(s) voor de uitvoering van een belevingsdag. Dit kan een voorbeeld zijn voor

1. Democratisch leiderschap
2. Autoritair leiderschap
3. Laissez-fair leiderschap

Leiderschapsstijlen

• Autoritair
• Democratisch
• Laissez fair

taken leidinggevende

Verantwoordelijk voor:

- schakel tussen medewerker en manager

- kwaliteit werkzaamheden

- Tevredenheid gasten/klanten

-Behalen doelen

- Naleven wettelijke voorschriften

-Goede werksfeer

Wat moeten jullie kunnen?

• Brede kennis opstellen operationeel plan
• Brede kennis kostensoorten
• Brede kennis marketinginstrumenten
• kosten-baten analyse maken
• SWOT-analyse en hierop anticiperen
• trends & ontwikkelingen omzetten in activiteiten
• Kan een activiteit bedenken en zorgen een goed lopend proces
• Kan gesprekken voeren om mensen te motiveren

Marketingmix

Noteer aan de hand van het filmpje ALLE zaken die in onze tijd makkelijker kunnen EN noteer ook verandering in cultuur, waarden en normen!

Operationeel plan

• Een plan dat bijdraagt om doelen te bereiken
• Doelen o.a.: kostenbeheersing, concurrerend, efficiëntie...
• In principe kortdurend (1 jaar)

De wereld van marketing....welk perspectief?

• Modelgezin

• Bij dialoog..

• Dit gezin..

• Uitgangspositie...

• En anders..

• ARGUMENTATIE!!

Hfst. 1 Intern Onderzoek: De organisatie

• Bedrijfsgegevens: Adres/hoofdkantoor enz.
• Bedrijfsconcept en cultuur: Missie en visie
• Huisvesting/Interieur/Exterieur/Inventaris
• Organogram
• Doelgroep(en) (hfst. 2)

Missie en visie

• Bedijfsconcept

• Bedrijfscultuur

• Missie Coca Cola:

Verschil missie en visie

• Missie : Wat/waarom/waar...?
• 
  
• Visie : Hoe?

Huisvesting

• Huisvesting oppervlakte/plattegrond
• Huisvesting en duurzaamheid
• Huisvesting en hygiëne
• Huisvesting en sociale hygiëne

Huisvesting en ruimteverdeling

Wat is de huisvesting van BOL.com?

Huisvesting en interieur

• Binnenkant van het bedrijf
• De ruimtes binnen het bedrijf (hal, toiletten, keuken enz.

Huisvesting en exterieur

De buitenkant van het bedrijf/organisatie

Voorbeelden:

Parkeerplaatsen

Fietsenstalling

Gevel

enz.

Huisvesting en inventaris

De tafels, bureau's, stoelen, computers, laptops, kopieermachines, bedden (in hotels en bungalows), software van computers enz.

Huisvesting en veiligheid

Ontruimingsplan

Huisvesting en duurzaamheid

Huisvesting en hygiëne

• Het moet schoon zijn:
• Kleding in kledingwinkel hangt netjes (Esthetisch schoon)
• De vloer is stofgezogen (Huishoudelijk schoon)
• De deurkrukken zijn ontsmet (Hygiënisch schoon)

Maar wat is sociale hygiëne?

Huisvesting en sociale hygiëne

sfeer binnen een bedrijf

Organogram

schema van functienamen in een bedrijf/schematische weergave van een organisatie

Opdracht: Schrijf inleiding

Bedrijfsgegevens

Missie en visie (Concept en cultuur)

Huisvesting

Organogram

Doelgroep(en)

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.