8.2 Bloed stroomt 1/1 25-10-2021

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Terugkijken vorige les 
  2. Uitleg
  3. Opdrachten maken
  4. Samenvatten
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat gaan we doen in deze les?
  1. Terugkijken vorige les 
  2. Uitleg
  3. Opdrachten maken
  4. Samenvatten

Slide 1 - Slide

Waarom heb je bloed nodig?

Slide 2 - Open question

Waaruit bestaat je bloed?

Slide 3 - Open question

Welke stof vervoeren de rode bloedcellen, met behulp van de stof hemoglobine?
A
Glucose
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Water

Slide 4 - Quiz

Welke type witte bloedcellen maakt antistoffen aan tegen bacteriën en ziekteverwekkers?
A
Type 1
B
Type 2

Slide 5 - Quiz

Wat is de taak van de bloedplaatjes?
A
Bloedstolling
B
Bloed vloeibaar houden
C
Verstoppingen voorkomen
D
Voedingsstoffen vervoeren

Slide 6 - Quiz

Via welke 2 manieren kan het bloed stoffen vervoeren?

Slide 7 - Open question

Glycogeen
Glucose

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Slide

Welke soort bloedvaten heb je?
1. Slagaders
- voeren bloed van het hart af
- dikke gespierde wand, klopt met de hartslag
- alleen kleppen bij het begin (bij het hart)
- Bloed stroomt snel

Slide 10 - Slide

Welke soort bloedvaten heb je?
1. Slagaders
2. Haarvaten
- vervoeren bloed door organen
- super dunne wand met kleine openingen
- geven stoffen af en nemen stoffen op
- bloed stroomt langzaam

Slide 11 - Slide

Welke soort bloedvaten heb je?
1. Slagaders
2. Haarvaten
3. Aders
- voeren bloed naar het hart toe
- dunne, slappe wand
- hebben kleppen om terugstromen van bloed 
tegen te gaan
- bloed stroomt langzaam

Slide 12 - Slide

Welke soort bloedvaten heb je?
Holle ader
Aorta

Slide 13 - Slide

Slagader
Haarvaten
Ader

Slide 14 - Drag question

Waar stroomt het bloed snel?
A
Slagader
B
Haarvaten
C
Ader

Slide 15 - Quiz

Waar zitten er kleppen?
A
Slagader
B
Haarvaten
C
Ader

Slide 16 - Quiz

Waar kan er stofwisseling plaatsvinden?
A
Slagader
B
Haarvaten
C
Ader

Slide 17 - Quiz

Welke heeft een dikke, gespierde wand?
A
Slagader
B
Haarvaten
C
Ader

Slide 18 - Quiz

Welke gaat van het hart naar het orgaan?
A
Slagader
B
Haarvaten
C
Ader

Slide 19 - Quiz

Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
Kleine bloedsomloop:
Hart --> longen --> hart

Grote bloedsomloop:
Hart --> alle andere organen --> hart

Slide 20 - Slide

Hoe stroomt het bloed door je lichaam?
2 boezems
2 kamers

rechterboezem -> rechterkamer -> long -> linkerboezem -> linkerkamer -> orgaan -> rechterboezem

Slide 21 - Slide

Hoe pomt je hart het bloed rond?
Een hartslag bestaat uit drie fasen:
1. Boezems trekken samen
2. Kamers trekken samen
3. Hartpauze

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video