ABR6 17.03.2025

Welkom!
17.03.2025
1 / 48
next
Slide 1: Slide
AndersMBOStudiejaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Welkom!
17.03.2025

Slide 1 - Slide

Planning
  • Terugblik
  • Rest 5.7
  • Herhalen

Slide 2 - Slide

Terugblik
  • HW bespreken: opdr. 131 + 132 

Slide 3 - Slide

Sollicitatiegesprek

Slide 4 - Mind map

5.7
  • Bekijk opdr. 134
  • Je gaat zo naar een sollicitatiegesprek kijken
  • Maar eerst...!
  • Pak werkblad 5.7a
  • Lees de vragen
  • Welke antwoorden passen het beste bij de vragen denk je?
  • Zet een rondje om jouw antwoorden
  • Bespreken

Slide 5 - Slide

5.7
  • Bekijk de video over het sollicitatiegesprek
  • Je hoeft nu alleen te luisteren 

Slide 6 - Slide

5.7
  • Bekijk opdr. 136
  • Bekijk nog een keer de video over het sollicitatiegesprek.
  • Pak werkblad 5.7a nog een keer 
  • Colin beantwoordt dezelfde vragen.
  • Welke antwoorden geeft hij?
  • Zet een kruisje achter de antwoorden van Colin. 

Slide 7 - Slide

5.7
  • Pak nog een keer werkblad 5.7a
  • Welke antwoorden heb jij gegeven?
  • Welke antwoorden heeft Colin gegeven?  
  • Wat zijn de overeenkomsten?
  • Wat zijn de verschillen? 
  • Waarom zijn de antwoorden van Colin goed, denk je? 

Slide 8 - Slide

5.7
  • Maak tweetallen
  • Bekijk opdr. 138
  • Welke tips zijn goed volgens jullie?
  • Hebben jullie nog andere tips? 
  • Bespreek jullie bevindingen met een ander tweetal.
  • Klassikaal bespreken 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

5.7
  • Maak tweetallen
  • Bekijk opdr. 139
  • Lees de vacature van keukenmedewerker (paragraaf 5.3, blz. 221) nog een keer.
  • Jullie gaan met de informatie een sollicitatiegesprek oefenen. 
  • Cursist A: is werkgever en stelt vragen.
  • Cursist B: Solliciteert en reageert op de vragen. 
  • Klaar? Draai de rollen om

Slide 12 - Slide

5.7
  • Maak een drietal
  • Bekijk opdr. 140
  •  Pak werkblad 5.7b(1) en 5.7b(2) en je vacature voor Taalkaart 13 (of de vacatures uit paragraaf 5.3)
  • Luister naar de uitleg. Je gaat oefenen met het voeren van een sollicitatiegesprek en observeren/feedback geven. 
  • Klassikaal oefenen

Slide 13 - Slide

5.7
  • Blauwe woorden (blz. 252

Slide 14 - Slide

5.7
  • Maak tweetallen
  • Bekijk samen praatplaat ''Het buurtcentrum''
  • Maak samen opdr. 141
  • Bespreken 

Slide 15 - Slide

5.7
  • Bekijk nog een keer de praatplaat ''Het buurtcentrum''
  • Bespreek samen opdr. 142 
  • Klassikaal bespreken 

Slide 16 - Slide

5.7
  • Bekijk nog een keer de praatplaat ''Het buurtcentrum''
  • Bespreek samen opdr. 143
  • Klassikaal bespreken 

Slide 17 - Slide

Herhalen thema 5

Slide 18 - Slide

5.1 Worden/werden + hele werkwoord
  • Blz. 207
  • Je kunt in een zin vertellen wat iemand doet of deed
  • Voorbeeld? 
  • Naomi bakt een taart. / Hamza speelt een spel. 
  • Je kunt ook in een zin vertellen wat er met iets of iemand gebeurt/gebeurde
  • Hoe kun je dat doen? 
  • Met worden/werden + hele werkwoord

Slide 19 - Slide

5.1 Worden/werden + hele werkwoord
  • Werden/worden + hele werkwoord 
  • De baby wordt verzorgd.
  • De muur werd geschilderd.
  • De kat wordt geaaid. 

Slide 20 - Slide

5.1 Worden/werden + hele werkwoord
  • Bekijk de foto's. Schrijf een zin over de foto met worden/werden + een heel werkwoord.  

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Scheidbare werkwoorden (5.5, blz. 238)

Slide 28 - Slide

Scheidbare werkwoorden

Slide 29 - Mind map

Scheidbare werkwoorden
  • Wat zijn scheidbare werkwoorden?
  • Voorbeelden? 
  • Ken je de regels nog? 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

verleden tijd
voltooid verleden tijd
gebiedende wijs
tegenwoordige tijd

Slide 32 - Slide

Twee werkwoorden
Staan er twee werkwoorden in de zin? Dan schrijf je het scheidbare werkwoord als één woord. Het scheidbare werkwoord staat op de laatste plaats in de zin. 



Slide 33 - Slide

Maak zoveel mogelijk nieuwe werkwoorden
timer
1:00
passen
schuiven
drinken
pakken
nemen
bellen
maken
in
op
aan
af
uit
voor

Slide 34 - Drag question

Slide 35 - Link

Scheidbare werkwoorden
  • Wat heb jij in jouw weekend gedaan?
  • Schrijf een kort verhaaltje
  • Probeer 10 zinnen te schrijven
  • Gebruik in elke zin een scheidbaar werkwoord
  • Bespreken

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Vaste combinaties
  • Je hebt vaste werkwoordcombinaties geleerd (zoals in 2.5)
  • Je hebt ook andere vaste combinaties geleerd (blz. 244 + 245) 

Slide 40 - Slide

Vaste combinaties
  • Vaste woordcombinaties 
  • Sommige woorden kun je samen met een vast werkwoord combineren. 
  • Je hebt er al een aantal geleerd in A2 en B1. 
  • Welke ken je?

Slide 41 - Slide

Voorbeelden vaste combinaties
  • Op vakantie gaan
  •  Op de fiets springen 
  • Koffie (thee) zetten
  • De was doen
  • De tv aanzetten 
  • De politie inschakelen
  • Boodschappen doen
  • De hond uitlaten
  • Bloemen plukken
  • De trein/bus/tram pakken

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Andere woorden met een vast voorzetsel
  • Zoals:
  • Verslaafd aan
  • Trots op 
  • Risico op
  • Enthousiast voor
  • Tevreden met
  • Benieuwd naar

Slide 45 - Slide

Andere woorden met een vast voorzetsel
Schrijf een zin. Gebruik de combinaties + een bijpassend werkwoord:
  • Bang voor
  • Probleem met
  • Klaar met
  • Plezier in
  • Schuldig over
  • Verantwoordelijk voor
  • Behoefte aan
  • Antwoord op

Slide 46 - Slide

Blauwe woorden blz. 202 t/m blz. 222

Slide 47 - Slide

Blauwe woorden blz. 223 t/m blz. 

Slide 48 - Slide