WEBB - kopen en werken 4.1 t/m 4.8

Welkom

3 VWO || 2022-2023

Hoofdstuk 4

Een eigen bedrijf

1 / 25

Slide 1: Slide

EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom

3 VWO || 2022-2023

Hoofdstuk 4

Een eigen bedrijf

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

Uitleg theorie H4.1
Samen oefenen
Maken opgave 1 t/m 8

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Wat het verschil is tussen werken in loondienst en als zelfstandige
Welke arbeidsvoorwaarden er zijn
Wat vaste en flexibele arbeid is

Slide 3 - Slide

Leerdoelen

Wat het verschil is tussen werken in loondienst en als zelfstandige
Welke arbeidsvoorwaarden er zijn
Wat vaste en flexibele arbeid is

Slide 4 - Slide

Werkgever en werknemer

Werkgever

Werknemer

Slide 5 - Slide

Werkgever of werknemer

Werkgever --> De baas, een bedrijf of instelling

Werknemer --> Werkt voor de werkgever

Slide 6 - Slide

Werknemer en werkgever

Wie is in onze school de werkgever?

Slide 7 - Slide

Werken

Slide 8 - Slide

Loondienst of zelfstandig

Slide 9 - Slide

Loondienst of zelfstandig

Slide 10 - Slide

Arbeidscontract

Welke functie je hebt
Hoeveel uur je werkt
Hoeveel loon je krijgt

Proeftijd

Slide 11 - Slide

Arbeidscontract

Loon

Minimum loon

Minimum jeugd loon

Slide 12 - Slide

Vast of flexibel

Welke functie je hebt
Hoeveel uur je werkt
Hoeveel loon je krijgt

Slide 13 - Slide

Vast of flexibel

Vaste baan

Tijdelijke baan

Flexibele baan

Slide 14 - Slide

Vast of flexibel

Vaste baan

Tijdelijke baan

Flexibele baan

Onbepaalde tijd

Bepaalde tijd

Oproep baan

Uitzend baan

Slide 15 - Slide

Zwart, grijs en wit werk

Slide 16 - Slide

Zwart, grijs en wit werk

Slide 17 - Slide

Niels is 17 jaar ouder en verdient 37,50 % van het minimumloon. Het minimumloon is €1530,00 per maand. Hoeveel verdient Niels per maand?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Afzet & omzet

Het aantal producten dat je verkocht hebt, is de afzet.

Het totaalbedrag dat je met de verkopen ontvangt, is de omzet.

Berekening omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 20 - Slide

Ik heb 255 frikandelbroodjes verkocht voor 1,85 euro. Bereken de omzet.

Slide 21 - Open question

Hoe bereken je de nettowinst?

Omzet

- Inkoopwaarde van de omzet

Brutowinst

- Bedrijfskosten

Nettowinst

Slide 22 - Slide

Formules

Omzet = Afzet x verkoopprijs
Inkoopwaarde van de omzet (ingekocht ijs, ingrediënten)
Brutowinst = Omzet - Inkoopwaarde van de omzet
Bedrijfskosten (huur, lonen, rente, afschrijving, energie)
Nettowinst = Brutowinst = bedrijfskosten

Slide 23 - Slide

Ik verkoop 350 frikandelboordjes voor 1,95 euro.
De inkoopwaarde per broodje is 1,10 euro.
De overige kosten zijn 50 euro.
Bereken de netto winst.

Slide 24 - Open question

Aan de slag

4.1 tot en met 4.8

Slide 25 - Slide

WEBB - kopen en werken 4.1 t/m 4.8

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

More lessons like this

Omzet & winst

Winst of verlies?

leerjaar 3 hst 5 les 2

HV3 H4 Een eigen bedrijf - Les 1

Hoofdstuk 4 (deel 1) - financiën

HV3 H4 Een eigen bedrijf - Les 1

HV3 H4 Een eigen bedrijf - Les 1

JCL lesbrief kopen en werken les 18