Oefenen voor mondeling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Voorbereiding mondeling

We gaan nu 15 minuten lezen

Een korte herhaling

literaire begrippen

Wat is een motto?

1. Uit wiens ogen je kijkt
2. tijdsprongen
3. beschrijving plaats
4. citaat van iemand anders

Alle boeken hebben een motto.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een perspectief?

1. Uit wiens ogen je kijkt
2. tijdsprongen
3. beschrijving plaats
4. citaat van iemand anders

Verhaal wordt verteld door de ogen van een ander ‘iemand’ die in de hij/zij vorm spreekt.

1. ik-vertelsituatie
2. personale vertelsituatie
3. De alwetende (auctoriale) verteller

Deze verteller weet bijna alles van personages, gebeurtenissen.
De lezer staat ook boven het verhaal.

1. ik-vertelsituatie
2. personale vertelsituatie
3. De alwetende (auctoriale) verteller

Wat betekent chronologisch?

1. Van eerste tot laatste gebeurtenis verteld
2. Veel tijdsprongen in het verhaal.

Een verhaal begint bij het begin. Hoe noem je dat?

1. In medias res
2. post rem
3. Ab ovo

Een verhaal wordt achteraf verteld. Hoe noem je dat?

1. In medias res
2. post rem
3. Ab ovo

Bekijk thuis het volgende filmpje nog een keer. 

Ga in tweetallen oefenen

Let op! Het gaat vooral om je uitleg. 

Na 3 minuten wisselen

Zitten er boeken bij die een gemeenschappelijk thema hebben (bijv. eenzame en onaangepaste hoofdpersonen, opstandige kinderen, ongelukkige liefdes )? Verschillen die boeken ondanks het gemeenschappelijk thema toch nog en waarin? 

Na 3 minuten wisselen

Iedere schrijver kiest bewust voor een bepaald perspectief. Voor welk perspectief hebben je schrijvers gekozen? Waarom zouden ze voor dat perspectief hebben gekozen? Welk effect had dat op jou als lezer? Vind je het een goede keuze of had je zelf voor een ander perspectief gekozen? 

Welke vragen heb je nog m.b.t. het mondeling

Succes met voorbereiden!!!

Zorg dat je 5 minuten voor jouw tijd klaar staat bij lokaal E22!

Het rooster staat in Magister en de classroom.