4h-Kap3-De keuzevoorzetsels-10-2

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Lernziele heute:  

Sprechen:

- Ich kann mein MO vorstellen

Grammatik:

- Ich kenne die Wechselpräpositionen

- je kunt de keuzevoorzetsels en hun betekenis noemen

- je kunt de 3e en 4e naamval bij de keuzevoorzetsels juist toepassen

Grammatik und Wortschatz Kapitel 2: 10 Minuten Forms eintragen

Präposition 4. Fall
(voorzetsel 4e naamval)

Präposition 3. Fall
(voorzetsel 3e naamval)

Keuzevoorzetsels (Wechselpräpositionen)

3e naamval ( Dativ)

Je krijgt antwoord op de vraag: 

wo?/ waar? = plaatsbepaling, toestand

ergens zijn/zich bevinden/rust 

voorbeeld

Sie steht vor d... Laden(m). 

waar staat zij? "voor de winkel" dus 3e naamval

Sie steht vor dem Laden.

4e naamval

Je krijgt antwoord op de vraag:

wohin? (waarheen)

doelgerichte beweging/ergens komen

voorbeeld

  Er springt in d... Schwimmbad (o).

waarheen springt hij? "in het zwembad" dus 4e naamval

Er springt in das Schwimmbad.

Dativ

Dativ = plaatsbepaling, ergens zijn

Je kunt de vraag: Wo (waar)? stellen

Die Zeitung liegt auf dem Tisch. 

Akkusativ

Akkusativ = beweging ergens heen. 

Je kunt de vraag: Wohin (waarheen)? stellen

Sie wirft die Zeitung auf den Tisch (m). 

Vul in.
Ich lege deinen Schlüssel auf d... Tisch (m).

Das Bild hängt an d.... Wand (v).

1. die
2. der

Vul in.
Stehst du immer so lange vor d.... Spiegel (m)?

7/2 regel

Wann? Wohin? = geen antwoord?/niet letterlijk?

2 = auf, über--> 4e naamval

7 = an, hinter, neben, in, unter, vor, zwischen--> 3e naamval

Das Buch ist hinter d.. Schrank (m) gefallen.

Der Hund legte sich unter d.. Stuhl (m).

Der Vater wartet auf d.. Ankunft (v) des Zuges.

Wir freuen uns auf Ihr.. Besuch (m).

Üben

Snap je het nog niet? 

Bekijk dan het volgende uitlegfilmpje.

www.bing.com

Übungen

oscarromerotalen.nl

oscarromerotalen.nl

Grammatik und Wortschatz: 10 Minuten Forms eintragen

-> du hast eine Mail mit dem Link bekommen