Herhaling begrippen poezie en introductie enjambement

Vandaag:
  • LessonUp: herhaling begrippen van vorige lessen: 15 minuten;
  • introductie nieuw begrip: enjambement: 5 minuten
  • opdracht uit je boekje maken: 10 minuten.
  • laatste 10 minuten: vrij lezen




1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag:
  • LessonUp: herhaling begrippen van vorige lessen: 15 minuten;
  • introductie nieuw begrip: enjambement: 5 minuten
  • opdracht uit je boekje maken: 10 minuten.
  • laatste 10 minuten: vrij lezen




Slide 1 - Slide

Instagrampoëzie
Waar vind je poëzie vaak?

Een nieuwe plek voor poëzie:
Instagram.


van: @woordschittering



Slide 2 - Slide

Begrippen:
- Traditioneel gedicht
- Modern gedicht

- Sonnet

Slide 3 - Slide

Traditionele gedichten herkennen we aan (meer antwoorden mogelijk):
A
regelmatige strofebouw
B
duidelijk rijmschema
C
onderwerp is liefde
D
vaste zinslengte

Slide 4 - Quiz

Wat is geen kenmerk van een modern gedicht?
A
geen eindrijm
B
normaal gebruik van leestekens
C
niet even lange versregels
D
strofen zijn niet regelmatig

Slide 5 - Quiz

Kenmerken van een sonnet : (meerdere antwoorden zijn goed)
A
heeft 14 versregels
B
is altijd een traditioneel gedicht
C
bevat altijd een wending
D
is altijd een modern gedicht

Slide 6 - Quiz

Eindrijm:
Gepaard: versregel 1 + 2, 3+ 4, enz rijmen op elkaar

Bijvoorbeeld:
Ze keek zo wonderlijk. Zo bewolkt                A
alsof haar gedachten werden bevolkt        A
door te veel toekomst, verwarring, geluk. B 
Toen ging ze lezen. In Donald Duck.             B

Slide 7 - Slide

Eindrijm:
Gekruist: versregel 1 + 3, 2 + 4, enz rijmen op elkaar.

Bijvoorbeeld:
Ik heb een dubbeltje gevonden    A
in een drukke winkelstraat.             B
Even wist ik mij verbonden              A
met die domme onverlaat                B

Slide 8 - Slide

Eindrijm:
Omarmend: versregel 1 + 4, 2 + 3, enz rijmen op elkaar
Bijvoorbeeld:
Valentijn is fijn                                A
maar elke dag                                  B
bij het zien van je glimlach        B
is gelukkig zijn                                 A

Slide 9 - Slide

Soorten rijmschema's 
Gepaard rijm: aabb
Gekruist rijm: abab
Omarmend rijm: abba


Slide 10 - Slide

Geweigerd - Ali B
Refrein 2x:
Even lekker stappen had voor hem geen zin
Dat was de reden waarom hij ook altijd buiten hing
Lekker chillen met zijn matties hij deed zijn ding
Ging niet naar een discotheek want hij kwam er niet in

Slide 11 - Slide

Welk rijmschema herken je in dit lied?

Slide 12 - Open question

Valentijn is fijn
maar elke dag
bij het zien van je glimlach
is gelukkig zijn
Valentijn is fijn
ik wil elke dag
gelukkig zijn
bij het zien van je glimlach

Valentijn is fijn
is gelukkig zijn
bij het zien van je glimlach
elke dag
abba
aabb
abab
gekruist rijm
omarmend rijm
gepaard rijm

Slide 13 - Drag question

BINNENRIJM

Slide 14 - Slide

Geef een voorbeeld van alliteratie

Slide 15 - Mind map

Alliteratie
Doel van alliteratie = de tekst tot leven te brengen (vloeiend effect). 

Alliteratie wordt veel gebruikt in poëzie, 
maar ook in bedrijfsnamen of reclame 
(zie afbeelding).

Slide 16 - Slide

Alliteratie
Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.

Stevig staat de sterke man uit Stavoren op zijn standplaats.

Slide 17 - Slide

Alliteratie
  • Alliteratie is een soort van medeklinkerrijm. Woorden beginnen dan met dezelfde combinatie van medeklinkers. 
  • Alliteratie komt altijd in dezelfde regel voor, dus niet door het hele gedicht heen.
Een bekend voorbeeld van alliteratie is:
Liesje leerde Lotje lopen langs de lange Lindenlaan

Slide 18 - Slide

Geef een voorbeeld van assonantie

Slide 19 - Mind map

Medeklinkerrijm / alliteratie

Klinkerrijm / assonantie


Slide 20 - Slide

Assonantie
  • Een ander woord voor assonantie is klinkerrijm. Dit betekent dus dat bij assonantie klinkers (a, e, o, u, i) op elkaar rijmen. 
  • Bij deze vorm van rijm gaat het dan om de manier waarop de woorden worden uitgesproken, dus niet hoe ze worden geschreven.
Voorbeeld: dromen over rovers
Hier is sprake van assonantie, want de klinker 'o' rijmt hier.

Slide 21 - Slide

Klinkerrijm / assonantie

• Het gaat hierbij om de uitspraak, en niet om de spelling
 • Zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau'

Slide 22 - Slide

assonantie
Gedichten van de broer van Roos

Slide 23 - Slide

Let it Be
Ook Engelse liedjes hebben alliteratie in zich.
Welke herken je in het volgende nummer?

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Welke vormen van alliteratie hoor je in de tekst?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide

ENJAMBEMENT
Enjambement: 
- De versregel gaat verder in de volgende versregel -> ze vormen samen één zin.
- Als je gaat voorlezen, stop je dus niet aan het einde van de versregel, maar lees je gelijk door naar de volgende.
- Als er geen leestekens zijn, is er niet persé een enjambement. Kijk goed of de zin verder gaat of dat het een volgende zin is.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Opdrachten maken 
Wat?
Lees blz 13 de theorie over enjambement en maak de opdrachten op blz 14, opdracht 1 t/m 5.
Hoe?
Werk in tweetallen. 
Tijd?
10 min. Daarna klassikaal nakijken.
Eerder klaar?
Pak je leesboek en ga lekker lezen.

Slide 31 - Slide



“Tekening 1 is van de hele haai
Die langs de grond leeft. Zie in dit verband
zijn daarbij aangepaste vinnenstand:
de stroomlijn van dit roofdier is zeer fraai.

Open de buik. Pas op, zijn huid is taai.
Teken een schema van de binnenkant
met alle namen bij elk ingewand.
Doe het precies, niet in een handomdraai.”

Geestdriftig snijdend ging ik, die vergat
dat zelfs een vis van minder hoge soorten
ook nog wel eens kon hebben liefgehad.





Slide 32 - Slide

enjambement

Slide 33 - Slide

Enjambement
Na welke regel loopt de zin eigenlijk door?
Dus waar zie je een enjambement?

Slide 34 - Slide

Enjambement
ik wil je
kussen

Slide 35 - Slide

Beeldspraak
Vergelijkingen, metaforen en personificaties zijn vormen van beeldspraak.     

Beeldspraak is altijd 
figuurlijk bedoeld.

Slide 36 - Slide

Beeldspraak 

Beeldspraak is altijd figuurlijk taalgebruik.



Slide 37 - Slide

Beeldspraak

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Video

Wat zou je doen - Marco Borsato / Ali B
en de zon viel in slaap met de maan = beeldspraak 
zou je hart zich weer vullen met vuur = beeldspraak

assonantie: slaap – maan, : maar- bestaan vol - zorgen, klein – pijn, gaan – aan

Slide 40 - Slide

'En de zon viel in slaap met de maan'
Welke vorm van beeldspraak herken je?

Slide 41 - Open question

zou je hart zich weer vullen met vuur..

Welke beeldspraak is dit?
A
personficatie
B
vergelijking
C
metonymia
D
metafoor

Slide 42 - Quiz