nectar 1.2

Even de stof herhalen...
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Even de stof herhalen...

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Levensverschijnselen
Er zijn 7 levensverschijnselen:

Waarnemen
Bewegen
Voeden 
Ademhalen
Uitscheiden
Groeien
Voortplanten

Levensverschijnselen zijn de kenmerken van het leven
(levenskenmerken). 
Opdracht: Noteer de 7 levensverschijnslen, onder elkaar, in je schrift. Bekijk de volgende video en schrijf het juiste nummer erachter!

Leer ze uit je hoofd
Hoe leer jij iets uit je hoofd?
1
Maak een kleine, simpele, gekke tekening van jezelf. Daarin zijn de 7 levensverschijnselen te zien.... Helpt jou dat om ze te leren?
2
Maak je liever een ezelsbruggetje zodat je de 7 levensverschijnselen kunt onthouden? Helpt jou dat om ze te leren?
3
Als jij aan je lievelingsdier denkt.... of een afbeelding daarvan hebt, kun je dan de 7 levensverschijnselen beter onthouden? 
waarnemen
Zien horen ruiken proeven en voelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

Info:
1: Voeden             
2: Bewegen         
3: Voortplanten  
4: Groeien
5: Waarnemen (voelsprieten - slak)
6: Uitscheiden 
   (beetje verwarrend door de bewegende 
    honden)
7: Ademhalen
Levend - dood - levenloos
Een organisme dat geen levensverschijnselen meer vertoont, noem je dood. Delen van organismen die niet meer leven, noem je ook dood.

Voorwerpen die nooit geleefd 
hebben (en dat ook nooit gaan doen), noem je levenloos. 

Organisme die levensverschijnselen vertonen, noem je levend.

Noteer in je schrift, onder elkaar: Levend
Dood
Levenloos
Bekijk de volgende video en schrijf op wat bij 'levend, dood en levenloos' hoort.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

Genoteerd:
Levend:Vogel, maïsplant, kraai

Dood: katoenen shirt, must van vilt, hout

Levenloos: Steen, kunststof hoofd
Welke van de onderstaande levensverschijnselen kan een plant vertonen?
A
allemaal
B
voeden, groeien en voortplanten
C
bewegen, groeien, waarnemen
D
uitscheiden, waarnemen en groeien

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welk levensverschijnsel ontbreekt in het rijtje?

Voeden - Bewegen - Voortplanten - Groeien - Uitscheiden - Waarnemen

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Welk levensverschijnsel heeft te maken met het afgeven van stoffen aan de omgeving?
A
Bewegen
B
Groeien
C
Uitscheiden
D
Waarnemen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Sommige planten maken sappen zoals nectar en hars. Deze kunnen ze vervolgens afgeven aan de omgeving. Hoe heet dit levensverschijnsel?
A
voeden
B
voortplanten
C
uitscheiden
D
groeien

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de onderstaande levensverschijnselen
hebben te maken met het opnemen en/of afgeven van stoffen aan de omgeving?
A
groeien, voeden, ademhalen
B
bewegen, voeden, voortplanting
C
uitscheiden, groeien, bewegen
D
voeden, ademhalen, uitscheiden

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


A
De baal hooi is dood en de banden zijn levenloos
B
De baal hooi is levend en de banden zijn dood
C
De baal hooi is dood en de banden zijn dood
D
De baal hooi is levend en de banden zijn levenloos

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


A
De oesters zijn dood
B
De oesters zijn levenloos
C
De oesters zijn levend 
D
Die oesters lust ik niet :)

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoel

1.  Je leert hoe je een determineertabel gebruikt

2. Je kunt het vertakkingsschema van de indeling van organismen invullen

3. Je leert wat rijken, stammen en groepen zijn

4. Je leert alles over de mossel. 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


Gebruik de determineertabel
Noteer
Rijk, de stam en de groep
A
Rijk: dieren Stam: insect Groep: geleedpotigen Naam: langpootmug
B
Rijk: dieren Stam: geleedpotigen Groep insect Naam: langpootmug
C
Rijk: bacteriën Stam: geleedpotigen Groep veelpotigen Naam: langpootmug
D
Rijk: dieren Stam: kreeftactigen Groep geleedpotigen Naam: langpootmug

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions


Gebruik de determineertabel
Noteer
Rijk, de stam en de groep
A
Rijk: dieren Stam: insect Groep: geleedpotigen Naam: oorwurm
B
Rijk: dieren Stam: geleedpotigen Groep insect Naam: tuinloopkever
C
Rijk: bacteriën Stam: geleedpotigen Groep veelpotigen Naam: oorwurm
D
Rijk: dieren Stam: kreeftactigen Groep geleedpotigen Naam: langpootmug

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Gebruik de determineertabel
A
1a - 2b - 3b
B
1a - 2a
C
1b - 4a - 5a
D
1b - 4b - 6b

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


Gebruik de determineertabel
A
1a - 2b - 3b
B
1a - 2a
C
1b - 4a - 5a
D
1b - 4b - 6b

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Mosselpracticum

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van een mossel?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

0

Slide 22 - Video

This item has no instructions

In deze les leer je over de bouw van de mossel
Leerdoel

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Tekenen
Maak een tekening van het buitenaanzicht van de mossel.

Benoem de volgende onderdelen:
  • elastische slotband
  • groeistreep
  • tweekleppige schelp 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Snijden
Snijd voorzichtig vooraan de kleine sluitspier en achteraan de grote sluitspier door.

Klap vervolgens de schelp open.


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Tekenen
Maak een tekening van de lege, opengeklapte klep.

Benoem de volgende onderdelen:
  • aanhechtingsplaats van de sluitspier (2x)
  • mantelrand (waar de mantel heeft vastgezeten)
  • parelmoerlaag

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Tekenen
Maak een tekening van de mossel in de schelp.
Benoem de volgende onderdelen:
  • baard (indien aanwezig)
  • mantel
  • sluitspier
  • instroomopening

  • uitstroomopening

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Knippen
Knip voorzichtig de mantel zo ver mogelijk weg. 
Je ziet nu de voet. Aan de kant bij de voet liggen de mondlappen. In de mantelholte liggen de kieuwen als dunne vliezen.  De rest van de mossel heeft de ingewandszak.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Tekenen
Maak een tekening van de mossel met weggeknipte mantel
Benoem de volgende onderdelen:
  • baard (indien aanwezig)
  • voet
  • mondlap
  • kieuw

  • ingewandszak


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Controleren

  • Heb je vier tekeningen gemaakt?
  • Heb je getekend volgens de tekenregels?

  • Zijn alle onderdelen benoemd?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Opruimen
  • leg de scalpel en schaartje op het plankje
  • leg het plankje op de rolkar
  • doe de tekenen in je practicummap
  • lever je practicummap in bij je docent

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet helemaal hebt begrepen.

Slide 33 - Open question

This item has no instructions