What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling 4.4
Wat is het meervoud van 'paraplu'?
A
paraplus
B
paraplu's
C
parapluus
D
parapluën
1 / 20
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is het meervoud van 'paraplu'?
A
paraplus
B
paraplu's
C
parapluus
D
parapluën
Slide 1 - Quiz
Wat is het meervoud van 'iglo'?
A
iglo's
B
igloos
C
iglos
D
igloo's
Slide 2 - Quiz
Wat is het meervoud van 'logé'?
A
logees
B
logé's
C
logés
D
logées
Slide 3 - Quiz
Wat is het meervoud van 'niveau'?
A
niveaus
B
niveau's
Slide 4 - Quiz
Meervoud op -'s
Enkelvouden die eindigen op een klinker (
a, i, o, u en y)
krijgen een -’s als je ze fout kunt uitspreken.
agenda – agenda
’s
ski – ski
’s
auto – auto
’s
paraplu – paraplu
’s
penalty – penalty
’s
Slide 5 - Slide
Leerdoelen
Ik weet dat woorden die je niet fout kunt uitspreken in het meervoud geen apostrof krijgen;
Ik weet dat sommige woorden (ook) een Latijns meervoud hebben;
Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn;
Ik weet hoe je de verleden tijd van een werkwoord spelt;
Ik weet hoe de regel van ’t ex-kofschip gaat en wanneer je die gebruikt.
Slide 6 - Slide
meervoud op -s
Woorden die je niet fout kunt uitspreken en woorden die eindigen op de klinker
-e, -é, -ie, -eau en -ui
, krijgen geen apostrof:
horloge – horloge
s
logé – logé
s
abonnee – abonnee
s
vakantie – vakantie
s
niveau – niveau
s
milieu – milieu
s
etui – etui
s
Slide 7 - Slide
Speciale gevallen
Sommige woorden hebben (ook) een Latijns meervoud:
politicus – politici
medicus – medici
medium – mediums/media
museum – musea
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Hoe voel je je vandaag?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 10 - Poll
Wat is de verleden tijd van 'lopen' in de zin: De kinderen lopen naar school.
A
liepen
B
loopten
Slide 11 - Quiz
'Lopen' is een
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 12 - Quiz
Wat is de verleden tijd van 'raden' in de zin: Zij raden het goede antwoord.
A
reden
B
raadden
Slide 13 - Quiz
'Raden' is een
A
Sterk werkwoord
B
Zwak werkwoord
Slide 14 - Quiz
Leerdoelen
Ik weet dat woorden die je niet fout kunt uitspreken in het meervoud geen apostrof krijgen;
Ik weet dat sommige woorden (ook) een Latijns meervoud hebben;
Ik weet wat sterke en zwakke werkwoorden zijn;
Ik weet hoe je de verleden tijd van een werkwoord spelt;
Ik weet hoe de regel van ’t ex-kofschip gaat en wanneer je die gebruikt
.
Slide 15 - Slide
Sterke en zwakke werkwoorden
Sterke werkwoorden
veranderen in de verleden tijd (vt) van klank:
gaan (tt) – gingen (vt)
drinken (tt) – dronken (vt)
Zwakke werkwoorden
behouden in de verleden tijd hun klank.
verzamelen (tt) – verzamelden (vt) =
stam + de(n)
tanken (tt) – tankten (vt) =
stam + te(n)
Slide 16 - Slide
Zwakke werkwoorden
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
t
e
x k
o
fsch
i
p
Bij twijfel
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
More lessons like this
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
October 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
groep 7 werkwoordcito oefenen
March 2023
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
spelling H3 en H4 voorbereiding toets
January 2019
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
groep 8 werkwoord spelling cito
October 2024
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
spelling H3 voorbereiding SO
January 2018
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
pv tt/vt 1TH
October 2022
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2