Nakijkblad pc_11 2b

Nakijkblad opdracht pc11 p3
  • Kijk de gemaakte opdrachten na.
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nakijkblad opdracht pc11 p3
  • Kijk de gemaakte opdrachten na.

Slide 1 - Slide

Rekenopgave 1
a.
959.750 + 1.295.250= 2.255.000
2.255.000 : 2750= 820,00
b.
1.460.000 + 959.750= 2.419.750
2.419.750 : 3.100= 780,56

Slide 2 - Slide

Rekenopgave 2
a.  
225.000 + 105.000= 330.000
330.000 : 40.000= €8,25
b. 
skip
c.
225.000 + 105.000= 330.000
330.000 : 38.000= €8,68

Slide 3 - Slide

Vraag 1.
C.

Slide 4 - Slide

Vraag 2. 
  • Draagtassenbedrijf maakt producten.
  • De kleidingwinkel levert een dienst.
  • Het schoonmaakbedrijf levert een dienst.

Slide 5 - Slide

Vraag 3
Eigen mening 

Slide 6 - Slide

Vraag 4.
  • Spijkerbroek: Textiel
  • Eikenkat: Hout
  • Soep in een blik: water, aluminium  
  • Auto: ijzer, metaal, olie 
  • Boek: Hout 

Slide 7 - Slide

Vraag 5a
  • Hout  

Slide 8 - Slide

Vraag 5b
Dit zorgt ervoor dat de papierfabriek geen oud-papier heeft van de papierinzamelaar, om nieuw papier te maken. Daardoor kan de draagtassenbedrijf geen papier bij de papierfabriek inkomen en de detailhandel kan niks kopen bij de draagtassenbedrijf en zal dan ook geen tassen hebben voor klanten. 

Slide 9 - Slide

Vraag 6
Bos
houtzagerij
papierfabriek
drukkerij
boekengroothandel
stripboekenwinkel 

Slide 10 - Slide

Vraag 7 
  • Plaatje links: Dienstverlenend bedrijf 
  • Plaatje rechts: Industrieel bedrijf  

Slide 11 - Slide

Vraag 8a
Nee, mensen gaan met deze simpele tekeningen niet meer betalen voor een plastic tas 

Slide 12 - Slide

Vraag 8b
Ja, dan wordt de tas mooier en willen mensen er meer voor betalen. 

Slide 13 - Slide

Vraag 12a
  • Arbeid, via werknemers de werken
  • Grondstof, via materiaal wat gebruikt wordt om een product te maken
  • De machines, waarmee de werknemers iets maken 

Slide 14 - Slide

Vraag 12b
  • Ontwerpcomputers, drukmachines, hout en medewerkers  

Slide 15 - Slide

Vraag 13
a. arbeid
b. arbeid en natuur
c. kapitaal 
d. arbeid en kapitaal

Slide 16 - Slide

Vraag 14
Je machines nodig hebt om snel tassen te produceren. Dit heb je niet nodig om snel tassen te verkopen. 

Slide 17 - Slide

Vraag 15
C

Slide 18 - Slide

Vraag 16
D

Slide 19 - Slide

Vraag 17a
Je ziet dat door geld te investeren in machines de fabriek zijn productie van plastic bekers erg verhoogt heeft. 

Slide 20 - Slide

Vraag 17b
  • De fabriek had ook meer mensen aan kunnen nemen, of mensen kunnen laten specialiseren om de productie van de fabriek te verhogen.  

Slide 21 - Slide

Vraag 18
Men hoeft niet elke dag te tellen hoeveel producten er verkocht zijn. Dit houdt de computer nu bel en dat scheelt tijd. Dit zorgt ervoor dat medewerkers andere dingen kunnen doen met die tijd in de winkel en dit verhoogt de arbeidsproductiviteit per medewerker. 

Slide 22 - Slide