th1b - 16 april

Goedemorgen th1b!
16 april
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen th1b!
16 april

Slide 1 - Slide

Regels
1. Telefoon gaat op stil en in de telefoontas.
2. Je hebt je jas niet mee in de klas.
3. Je hebt altijd je werkboek, schrift, laptop en etui mee.
Niet mee? = Noteer ik in Magister.
4. Als ik aan het woord ben, zijn jullie stil.
5. Heb je een vraag of wil je wat zeggen? Steek dan je vinger op.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling woordsoorten
  • instapopdracht paragraaf 5.7 maken 
  • Nakijken
  • Dilemma op dinsdag
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Herhaling woordsoorten
Wat zijn woordsoorten?

Welke woordsoorten kennen we allemaal?

Slide 4 - Slide

Verschillende woordsoorten
- Werkwoorden
- Zelfstandige naamwoorden
- Bijvoeglijke naamwoorden
- Lidwoorden
- Voorzetsels
- Hoofdtelwoord 
- Rangtelwoord

Slide 5 - Slide

Werkwoorden
= Doe-woorden


Geven een bepaalde tijd in de zin aan.

Ik werk dinsdag - Ik werkte dinsdag.

Slide 6 - Slide

Zelfstandige naamwoorden
= Woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten.


Plaats, mens, dier, ding, gebeurtenis, etc.

Ik ga vandaag naar school.

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
= Woorden die een eigenschap van het zelfstandig naamwoord geven.

Staan vaak vóór het zelfstandig naamwoord, maar hoeft niet altijd. 

De ronde bal - De bal is rond

Slide 8 - Slide

Lidwoorden
= De, het, een.

Onbepaald: een
Bepaald: de / het

Daar ligt een hond - Daar ligt de hond.

Slide 9 - Slide

Voorzetsels
= Het voorzetsel kan voor 'de kast' en 'de vakantie'.

1. De kat zit op de kast.
2. Hij werd ziek tijdens de vakantie. 

! Het woordje 'te' is ook een voorzetsel !


Slide 10 - Slide

Hoofdtelwoorden 
= hoort bij de telwoorden.
= geeft een hoeveelheid aan.


Ik heb vier broodjes mee.

Slide 11 - Slide

Rangtelwoorden
= hoort bij de telwoorden.
= geeft een volgorde aan.


Ik zit op de vierde rij in de klas.

Slide 12 - Slide

Instapopdracht 5.7 maken
  • Maak de opdracht in je boek.
  • Maak de opdracht alleen. 


Tijd: 10 minuten
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Instapopdracht nakijken
  • Tel hoeveel fouten je per woordsoort hebt gemaakt.
  • Zet het aantal fouten per woordsoort in het schemaatje.
  • Zet je naam erop. 
  • Zet je totaal aantal fouten erop. 


Slide 14 - Slide

Dilemma op dinsdag!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Alvast een fijne vakantie!!

Slide 17 - Slide