NL hoofdstuk 11.3, begin 12 - A1+

Welkom
De verleden tijd & hoe gebruik ik persoonlijke voornaamwoorden?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsBeroepsopleiding

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
De verleden tijd & hoe gebruik ik persoonlijke voornaamwoorden?

Slide 1 - Slide

Korte herhaling:

Slide 2 - Slide

Vervoeg het woord (...) naar de vt:
'' Ik (wonen) vroeger in Roemenië. ''

Slide 3 - Open question

Vervoeg het woord (...) naar de vt:
'' Wij (reizen) vorig jaar erg vaak. ''

Slide 4 - Open question

Vervoeg het woord (...) naar de vt:
'' Jij (koken) gisteren heerlijke pasta. ''

Slide 5 - Open question

Laten we praten!
Opdracht 12

Slide 6 - Slide

Opdracht 13 maken:
4 zinnen samen/ 4 zinnen individueel.

1.
2.
3.
4.

Slide 7 - Slide

Alvast het huiswerk:
Opdracht 14 & 16


Let op: Het zijn moeilijke opdrachten ;)

Slide 8 - Slide

Opdracht 15 maken:
Leer deze werkwoorden uit je hoofd!

Slide 9 - Slide

Samen lezen:

 
 

 

Ik schrijf je later? > Ik bericht je later

Slide 10 - Slide

Wat verwachten jullie van
Nederlands A2?

Slide 11 - Mind map

Nederlands A2
Voltooide tijd
Zinsstructuren
Uitdrukkingen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Kleine quiz!

Toekomende tijd of tegenwoordige tijd?

Slide 14 - Slide

Ik ga nu in de auto instappen.
A
Toekomende tijd
B
Tegenwoordige tijd

Slide 15 - Quiz

Ik ga morgen naar de prachtige stad genaamd Rotterdam
A
Toekomende tijd
B
Tegenwoordige tijd

Slide 16 - Quiz

In juli ga ik mijn auto laten repareren
A
Toekomende tijd
B
Tegenwoordige tijd

Slide 17 - Quiz

Wat gaan jullie in de vakantie doen?
A
Toekomende tijd
B
Tegenwoordige tijd

Slide 18 - Quiz

Ik ga met de trein naar Groningen
A
Toekomende tijd
B
Tegenwoordige tijd

Slide 19 - Quiz

Voltooide tijd!

Slide 20 - Slide