Les 21 Verklaring van de conjunctuurbeweging

Economie
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Economie

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen
  • Herhaling vorige les
  • Stof hoofdstuk 2 behandelen
  • Examenopgave oefenen
  • zelf aan de slag

Slide 2 - Slide

Herhalingsvragen vorige les
  • Geeft de conjunctuur de reële of de nominale groei aan?
  • Wat is hoogconjunctuur en wat is laagconjunctuur?
  • Wat is procyclisch en wat is anticyclisch?
  • Wat is een wisselkoers en wanneer apprecieert die wisselkoers en wanneer deprecieert die wisselkoers?

Slide 3 - Slide

Opdrachten bespreken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoofdstuk 2: Begrotingsbeleid
"Je moet het dak repareren als de zon schijnt"

Slide 6 - Slide

Conjunctuur en welvaart
Laagconjunctuur = welvaartsverlies = negatieve outputgap

hoogconjunctuur = hoge(re) welvaart = positieve outputgap

Hoge positieve outputgap (er wordt meer geproduceerd dan de potentiële productie) leidt tot loonprijsspiraal

Slide 7 - Slide

Loonprijsspiraal
Het gaat goed met de economie --> bedrijven willen meer produceren --> vragen daarvoor meer personeel --> salaris wordt hoger (bij gelijkblijvend aanbod) --> hogere salariskosten worden doorgerekend in de verkoopprijs --> consumptie wordt duurder --> personeel gaan meer salaris vragen --> hogere salarissen worden doorgerekend in de verkoopprijs --> enz.

Slide 8 - Slide

Conjunctuur wordt bepaald door:
  • Geaggregeerde vraag
  • geaggregeerd aanbod


    Geaggregeerd betekent: totaal bij elkaar opgeteld

Slide 9 - Slide

Geaggregeerd aanbod:
  • Op korte termijn: bepaald door prijs
  • Op lange termijn: sprake van natuurlijke productieomvang: omvang van productie waarbij alle productiefactoren optimaal benut worden.

  • Geaggregeerde vraag veelal bepaald door inkomen/vertrouwen




  • Volgens veel economen kan de natuurlijke productieomvang maar op één manier toenemen: Technologische groei
  • https://www.youtube.com/watch?v=eVAS-t83Tx0&t=65s (verdiepend niet noodzakelijk)

Slide 10 - Slide

Anticyclisch en procyclisch
Om de dalen minder diep te laten zijn en pieken minder hoog, voert de overheid een anticyclisch beleid uit:
  • 'bezuinigen' in hoogconjunctuur
  • meer geld besteden tijdens laagconjunctuur (bijvoorbeeld nieuwe wegen bouwen tijdens laagconjunctuur)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Automatische stabilisatoren
De overheid werkt 'automatisch' stabiliserend door:
  • Sociale uitkeringen
  • progressieve belastingen
  • verliesverrekeningen bedrijven

Slide 13 - Slide

Internationale concurrentiepositie
Mate waarin je land in staat is te concurreren met andere landen.
Wordt voornamelijk bepaald door:
  • arbeidsproductiviteit
  • hoogte lonen
  • waarde van de munt

Slide 14 - Slide

Welke van deze landen zal dan zijn concurrentiepositie het hardst achteruit zien gaan?

Slide 15 - Slide

Zelf aan de slag
Examenopgave

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide