2LAT week 36

2LAT week 36
0. studiewijzer en materiaalcheck
1. Terugblik eerste en tweede klasse 
2. Herhalen: enkelvoud en meervoud 
3. Herhalen: werkwoord 
Lesdoelen: je kunt onderscheid maken tussen enkelvouds- en meervoudsvormen. 
Je kunt de werkwoorden herkennen en onderscheiden.

1 / 10
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2LAT week 36
0. studiewijzer en materiaalcheck
1. Terugblik eerste en tweede klasse 
2. Herhalen: enkelvoud en meervoud 
3. Herhalen: werkwoord 
Lesdoelen: je kunt onderscheid maken tussen enkelvouds- en meervoudsvormen. 
Je kunt de werkwoorden herkennen en onderscheiden.

Slide 1 - Slide

studiewijzer

Slide 2 - Slide

Overzicht behandelde stof
1. zelfstandig naamwoord: eerste en tweede klasse
2. zelfstandig naamwoord: enkelvoud en meervoud
3. werkwoord: infinitief en praesens [a, e, i, onr]
4. bijvoeglijk naamwoord eerste klasse 
5. nominatief en accusatief

Slide 3 - Slide

1. Terugblik+ opdracht
Hoe kun je zien of een woord in de eerste of tweede klasse hoort? 
Wat valt er op aan de uitgangen van de woorden in de eerste/tweede klasse?

Maken: opgaven p.24

Slide 4 - Slide

2. Enkelvoud en meervoud
1. tekst 1.6 hardop lezen 
2. woorden splitsen: enkelvoud en meervoud 
3. noteer de regel per klasse: wanneer enkelvoud en wanneer meervoud
4. opgaven p. 28, 2 en 5
5. klaar? vertalen tekst 1.8

Slide 5 - Slide

Vrijdag 9 september
1. Huiswerk bespreken
2. De werkwoorden herhalen 

Lesdoel: je kunt werkwoorden herkennen en determineren 

Slide 6 - Slide

1. Huiswerk
1. Wat is het verschil tussen de eerste en tweede klasse? 
2. Welke uitgangen kent de eerste klasse in het meervoud?
En de tweede klasse? 
3. Wat duidt de tweede kolom aan in de woordenlijst? 

Slide 7 - Slide

1. Huiswerk
1.6 vertalen 

Slide 8 - Slide

2. Herhalen werkwoord
 Beantwoord de volgende vragen in je schrift m.b.v. het boek: 
1. Welke drie vervoegingsmodellen leer je op p.32?
2. Wat is het praesens?
3. Wat zijn de infinitief en indicatief? 
4. Welke persoonsuitgangen kent het Latijn?
5. Op welke letters eindigt de infinitief?
6. Maak de opgaven op p.34 en 35.

Slide 9 - Slide

Portfolio
Welke leerdoelen kun je voor jezelf afstrepen uit caput 1?

Slide 10 - Slide