Herhaling H4 2th

Herhaling 2t/h
Hoofdstuk 4.3 t/m 4.6
1 / 36
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Herhaling 2t/h
Hoofdstuk 4.3 t/m 4.6

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

4.3 Wereldwijd produceren en consumeren
Leerdoelen:
  • Je weet hoe een productieketen in elkaar zit.
  • Je begrijpt waardoor een mondiale productieketen leidt tot uitputting van grondstoffen en milieuvervuiling.
  • Je kan een voorbeeld geven van cradle-to-cradle gemaakte producten
  • Je kan een voorbeeld noemen hoe we milieuvervuiling en uitputting tegen kunnen gaan.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Productieketen
  • = productieproces van grondstof tot eindproduct
  • Niet alleen ons afval is milieuvervuilend maar ook het produceren van onze producten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Productieketen van een laptop
Stap 1
Ontwerpen
Stap 2
Verzamelen grondstoffen
Stap 3
Fabriceren
(half-fabriceren)
Stap 4
Distributie
Stap 5
Verkoop
Stap 6
Gebruik

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Laptop op wereldreis
Herhaling: 
Periferie
Semi-periferie
Centrum

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Minder ontwikkelde landen
Opkomende landen
Bijvoorbeeld: India en China
Natuurlijk veel verkoop in rijke landen.
Maar opkomende landen zijn ook interessant voor verkopers. Hier wonen veel mensen die rijker aan het worden zijn.
Minder ontwikkelde landen

Slide 6 - Slide

Impact  = invloed

Welke fase van de levensloop heeft de meeste invloed op de aarde en het milieu?
Milieuvervuiling door grondstofwinning
Vooral in armere landen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Milieuvervuiling door afval
vooral in armere landen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Milieuvervuiling tijdens transport

Slide 9 - Slide

Welke vorm van transport die je ziet, is het minst vervuilend?
Consumptiepatroon verduurzamen

             

    1. Lokaal geproduceerde dingen kopen
             Minder transport is minder CO₂-uitstoot.

    2. Recyclen van grondstoffen (Cradle to cardle)
Consumptiepatroon
Consumptiepatroon= De manier waarop mensen allerlei producten gewoonlijk kopen en gebruiken

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Productieketen van een laptop
Stap 1
Ontwerpen
Stap 2
Verzamelen grondstoffen
Stap 3
Fabriceren
(half-fabriceren)
Stap 4
Distributie
Stap 5
Verkoop
Stap 6
Gebruik
Stap 7
Recyclen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Recyclen
  • Een oud product verwerken in een nieuw product.
  • Nog lang niet alles wordt gerecycled

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Cradle to cradle
  • Van wieg tot wieg
  • Productie waarbij alle onderdelen van een product weer gebruikt kunnen worden voor een nieuw product

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Rondvraag
Vragen
en/of
 opmerkingen?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

H4.4
  • Je weet dat het verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor meer CO2 in de lucht. En de gevolgen daarvan

  • Je begrijpt waarom duurzame energiebronnen minder bijdragen aan klimaatverandering

  • Je kunt oplossingen bedenken waardoor jij minder CO2 gaat uitstoten

  • Je kunt aan het einde van de les voor en nadelen van soorten groene energie uitleggen en vergelijken met elkaar

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Koolstof (Co2) is een broeikas wat zorgt voor klimaatopwarming

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De meeste energie word nog
opgewekt met fossiele
brandstoffen 
(Co2 uitstoot)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Energie van grondstoffen die niet worden aangevuld heet fossiele energie. Het kan dus op raken.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Energie van grondstoffen die niet opraken noemen we duurzame energie of groene energie. En stoot weinig Co2 uit

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Rondvraag
Vragen
en/of
 opmerkingen?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

H4.5 Nederland: Energiegebruik
Je kan de begrippen energietransitie, ciculaire economie en afvalvoetafdruk uitleggen in eigen woorden

Je begrijpt wat het belang is dat er een energietransitie komt

Je kunt je eigen ecologische voetafdruk berekenen 

Je kan acties benoemen die je ecologische voetafdruk verlaagt

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Klimaatneutraal leven
Klimaatneutraal : Niet bijdragen aan de opwarming van de aarde (ecologische voetafdruk verkleinen)
Voorbeelden:
Vliegreis compenseren met het planten van bomen
Duurzame energie gebruiken
Huis Isoleren
Spullen verkopen via Vinted, Marktplaats


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

VOOR- EN NADELEN

FOSSIELE ENERGIE
VOOR- EN NADELEN VAN FOSSIELE ENERGIEBRONNEN

VOORDELEN:
  • Welvaart
  • hoog ontwikkelingspeil Nederland
  • Opwekken elektriciteit

NADELEN:
  • Uitstoot koolstofdioxide (CO2)
  • Versterkt broeikaseffect                      >>> Klimaatverandering
  • Het kan opraken                                   >>> beperkte hoeveelheid
  • Grondverzakking / bevingen

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Energietransitie

De overgang van traditionele, 
fossiele brandstoffen, naar 
duurzame bronnen van energie 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Duurzame energiebronnen
  • Windenergie (windmolenparken)
  • Zonne-energie (solarparken, zonnepanelen, zonneboiler)
  • Waterkracht (stuwdammen)
  • Biomassa
  • Geothermische-energie (Aardwarmte)
  • Getijdenenergie

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Lineaire economie
(lijn)
Grote afvalvoetafdruk
Circulaire economie
(circel)
Kleinere afvalvoetafdruk
Duurzaam

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Rondvraag
Vragen
en/of
 opmerkingen?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

H4.6
Je weet dat de Nederlandse landbouw hoge opbrengsten heeft maar niet altijd duurzaam is

Je begrijpt hoe het komt dat qua energie, vervuiling, water en transport niet echt duurzaam is

Je kunt beredeneren waarom biologische producten duurder zijn dan reguliere landbouwproducten

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Nadelen:
- telen in kassen kost veel energie (vooral aardgas)
- veelal sprake van monocultuur
- gebruik van chemische stoffen
- gebruik van kunstmest > vervuiling

Intensieve landbouw

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Monocultuur: grootschalige landbouw met veelal één product.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Duurzaam
Veel chemische stoffen gebruikt om de planten gezond te houden + kunstmest
Vaak soja uit Zuid-Amerika gebruikt voor voer
Alternatief: biologische landbouw
= geen kunstmest of andere bestrijdingsmiddelen
 -Opbrengst is lager

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

biologische landbouw

'Letten op welzijn van dieren en het beperken van gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen'
Producten zijn vaak duurder aangezien de opbrengst minder is

+ Biologisch kost meer land -> meer ruimte voor dieren

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Rondvraag
Vragen
en/of
 opmerkingen?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Handige opdrachten voor de toets
H4: Online -> 4.5 -> extra opdrachten -> box 3a en 3b
H4: China en Zwitserland p. 112&113 werkboek opdrachten 5,6 en 7
H4: 4.3: 4 en 6 4.4: 4, 5 en 7  4.5: 3  4.6: 5, 7

H3: 3.1: 1, 6 3.2: 2, 3 en 6 3.3: 1, 4, 6 en 7 3.4: 2, 3, 7 3.5: 5
H3: Online -> 3.3 3.4 -> extra opdrachten -> 3.3: Box 1a & 1b  3.4: box 2a & 2b

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Oefenen voor de toets
Aan de slag met oefenen van de toets

Classroom -> bekijken video's, lessonup en quizlet
Boek -> Maken van samenvattingen
Boek -> Maken van samenvattingsopdrachten
Online methode -> Oefentoets H3 of H4

timer
10:00

Slide 36 - Slide

This item has no instructions