THEME 3: LAW AND ORDER kader lesson 2

Startklaar
Ik heb mijn laptop bij mij en op tafel
Ik heb mijn tas op de grond
Ik heb mijn jas uit en over de stoel
Ik heb geen oortjes/koptelefoon in
Ik heb mijn telefoon in mijn jas/tas/broekzak
Ik eet en drink niet in de klas


1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

Startklaar
Ik heb mijn laptop bij mij en op tafel
Ik heb mijn tas op de grond
Ik heb mijn jas uit en over de stoel
Ik heb geen oortjes/koptelefoon in
Ik heb mijn telefoon in mijn jas/tas/broekzak
Ik eet en drink niet in de klas


Slide 1 - Slide

THEME 3 - LAW AND ORDER

Slide 2 - Slide

Aim

  • Ik weet het verschil tussen voltooid tegenwoordige tijd (present perfect) en verleden tijd (past simple).
  • Ik kan die woorden in Engelse zinnen maken.

Slide 3 - Slide

BUT FIRST..
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN

Slide 4 - Slide

Irregular Verbs
Onregelmatige werkwoorden zijn werkwoorden die anders worden vervoegd in de verleden tijd (2e rijtje) en in de voltooide tijd (3e rijtje/voltooid deelwoord) 

Slide 5 - Slide

Wat is het verschil tussen:

de hele werkwoord
verleden tijd
voltooid tegenwoordige tijd

Slide 6 - Slide

Verleden tijd vs Voltooid tegenwoordige tijd


Verleden tijd: toen de actie in het verleden begon, in het verleden eindigde en nu niet doorgaat. Vaak met tijdsbepaling

Voltooid tegenwoordige tijd: wanneer de actie in het verleden begon en nu doorgaat. Gebruik van HAVE/HAS

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

... bij ONREGELMATIGE werkwoorden






                              
  voltooid deelwoord = 3e rijtje

                                                                                                

Slide 9 - Slide

WERKBOEK OPDRACHTEN
Bladzijden 56 en 57 in je werkboek 
opdrachten 12-13

Klaar: doe oefeningen op deze website:
https://test-english.com/grammar-points/a2/present-perfect-or-past-simple/

 

Slide 10 - Slide

HUISWERK
VOCABULARY

Tekstboek: bladzijde 41 + 42
Maak je eigen Engelse zinnen van die vocabulaire woorden. 
Een zin per woord!

Woordjes A + B 

Slide 11 - Slide

HUISWERK
ONREGELMATIGE WERKWOORDEN
Tekstboek: bladzijde 145
Woordjes 1-15
van be tot com
  
1e vorm= hele werkwoord
2e vorm = verleden tijd
3e vorm = voltooid deelwoord

Slide 12 - Slide