What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
HA - week 25- Z2F _HH Samengestelde Zinnen en Woordsoorten+ Bijv. bijzin
Welkom!
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Slide 1 - Slide
Na deze les:
- Je herkent samengestelde zinnen.
- Je herkent hoofd- en bijzinnen
- Je kunt bijvoeglijke bepalingen en bijvoeglijke bijzinnen
onderscheiden
Vandaag:
Slide 2 - Slide
Volgende les:
Enkelvoudige zin
: een zin met 1 persoonsvorm.
In de vakantie
gaan
wij altijd naar Spanje.
Samengestelde zin:
een zin met meerdere persoonsvormen.
In de vakantie
gaan
wij altijd naar Spanje, want daar
woont
mijn tante.
Enkelvoudige en samengestelde zinnen; hoofd- en bijzinnen
Slide 3 - Slide
Hoe vind je de persoonsvorm?
A
Door de zin vragen te maken
B
Door de tijd van de zin te veranderen
Slide 4 - Quiz
Sanne ging naar huis omdat ze moe was.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 5 - Quiz
De winkel op de hoek van de Hoogstraat is gisteren geopend.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 6 - Quiz
Volgende les:
Hoofdzin (hz):
Het onderwerp en de persoonsvorm staan naast elkaar.
Er kunnen geen andere zinsdelen tussen staan.
De persoonsvorm staat
vooraan
in de hoofdzin (op de 1e of 2e plaats)
Combinaties:
hz+hz+ hz. bz+ hz
hz+ bz. bz+ bz+ hz
hz+ bz+ bz.
Hoofd- en bijzinnen (hz en bz)
Slide 7 - Slide
Als je een samengestelde zin vragend, maakt dan staat de hoofdzin.....
bv. Terwijl ik dit typ, denk ik na over het vervolg.
A
Vooraan
B
Achteraan
Slide 8 - Quiz
Voor welke voegwoorden staat dwoem?
A
dus, en om, waar, maar
B
daarom, en, wie, mee
C
daar, want, en om, met
D
dus, en want, of, maar
Slide 9 - Quiz
Onderschikkende voegwoorden
wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat,
of…
Slide 10 - Slide
In elk geval gaat onze mentor mee, dus gezellig wordt het zeker!
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-bijzin
D
Bijzin-hoofdzin
Slide 11 - Quiz
Sabine voelde in haar jaszak of ze haar fietssleutels nog had.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-bijzin
D
Bijzin-hoofdzin
Slide 12 - Quiz
lidwoorden - olw, blw
zelfstandige naamwoorden - zn-e, azn, czn
bijvoeglijke naamwoorden. - bn, st.bn
werkwoorden. - zww, hww, kww
voornaamwoorden. - pers.vnw, bez.vnw, wed. vnw, wedig.vnw
aanw.vnw, vr.vnw, onbep.vnw.
voorzetsel. - vz.
telwoorden. - bep. hooftelw. onbep.hoofdtelw.
bep.rangtelw., onbep. rangtelw.
voegwoorden. - ns.vgw, os.vgw
Woordsoorten- opdr.5
Slide 13 - Slide
De leerlingen
hebben
hard
gefietst
Fietsen
geeft aan wat ze gedaan hebben
->
zelfstandig werkwoord
Hebben
helpt - is nodig om voltooid deelwoord te maken. -> werkwoord dat alleen helpt noem je het
->
hulpwerkwoord
Grammatica zww, hww, kww
Slide 14 - Slide
De leerlingen
hebben
hard
gefietst
.
Zelfstandig werkwoord staat meestal achterin de zin, als er meer ww-en in een zin staan.
De leerlingen
zouden
hard
hebben
moeten
fietsen
.
Grammatica woordsoorten
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord
Slide 15 - Slide
Mijn nichtje is misschien komen spelen
komen =
A
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
B
Hulpwerkwoord (HWW)
C
lidwoord (LW)
D
Zelfstandig naamwoord (ZN)
Slide 16 - Quiz
Mijn nichtje is misschien komen spelen
nichtje =
A
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
B
Hulpwerkwoord (HWW)
C
lidwoord (LW)
D
Zelfstandig naamwoord (ZN)
Slide 17 - Quiz
Mijn nichtje is misschien komen spelen
spelen=
A
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
B
Hulpwerkwoord (HWW)
C
lidwoord (LW)
D
Zelfstandig naamwoord (ZN)
Slide 18 - Quiz
Mijn nichtje is misschien komen spelen
is =
A
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
B
Hulpwerkwoord (HWW)
C
lidwoord (LW)
D
Zelfstandig naamwoord (ZN)
Slide 19 - Quiz
Want haar zus moest naar de tandarts
moest =
A
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
B
Hulpwerkwoord (HWW)
C
lidwoord (LW)
D
Zelfstandig naamwoord (ZN)
Slide 20 - Quiz
De leerlingen
zijn
moe.
Koppelwerkwoorden (zwobbels) bij een
ng.
1 werkwoord, altijd kww
2 werkwoorden: hww en kww.
De leerlingen
zijn
moe
geworden.
Grammatica woordsoorten
zijn worden blijven blijken lijken schijnen
kww
hww
Slide 21 - Slide
Hij is nogal chagrijnig.
A
Zelfstandig werkwoord (ZWW)
B
Hulpwerkwoord (HWW)
C
lidwoord (LW)
D
Zelfstandig naamwoord (ZN)
Slide 22 - Quiz
More lessons like this
210610 Grammatica Zinsdelen+Woordsoorten H5
April 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Cursus 5 woordsoorten-§12 zelfstandig, koppel-en hulpww in een samengestelde zin
April 2024
- Lesson with
16 slides
210617 Grammatica Zinsdelen + Woordsoorten H6
June 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
foutieve samentrekking en hoofdzinnen en bijzinnen
February 2017
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
210617 Grammatica Zinsdelen + Woordsoorten H6
March 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Grammatica H1 zinsdelen en woordsoorten
October 2020
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2tha1 online reclame (c2) en voegwoorden, zww-kww-hww samengestelde zin (c5)
November 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
BSR 21/5 2ha Grammatica WS ww in samengestelde zinnen
August 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2