Woordformules les 2

Woordformules
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Woordformules

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Aanpak oplossen woordformules

Slide 3 - Slide

=                         x
Ik ga overnachten in een hotel en per nacht  betaal ik 36 euro. 
Sleep de stukjes naar de juiste plek en maak deze woordformule.

Aantal nachten
36
Prijs in euro's
Hotel
12

Slide 4 - Drag question

=                         x
Ik ga overnachten in een hotel en per nacht  betaal ik 36 euro. 
Hoe bereken ik dan hoeveel ik betaal als ik 5 nachten blijf?

Aantal nachten
36
Prijs in euro's
Hotel
12
5

Slide 5 - Drag question

Hoeveel betaal ik als ik 5 nachten blijf?
Prijs in euro's = 36 x aantal nachten
Vul alleen het eindantwoord in.

Slide 6 - Open question

Voorbeeld 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Woordformules zelf opstellen

Slide 9 - Slide

Voorbeeld

Slide 10 - Slide

Wat is woordformules van de vorige slide?

Slide 11 - Open question

Voorbeeld met een vast deel en variabel deel

Slide 12 - Slide

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Het vaste getal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 13 - Quiz

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
De variabele:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 14 - Quiz

1.3 Rekenen met woordformules op papier 
1.4 Woordformules opstellen




Slide 15 - Slide

Bedankt voor jullie aandacht en nog een fijne dag!

Slide 16 - Slide