Woordformules les 2

Wat gaan we doen?
2.4. (Rekenen met) Woordformules
Huiswerk: 
leren: 2.4.A en 2.4.B. 
maken 59, 60, 62, 63, 64, 65 en 66 

1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
2.4. (Rekenen met) Woordformules
Huiswerk: 
leren: 2.4.A en 2.4.B. 
maken 59, 60, 62, 63, 64, 65 en 66 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
2.5. (Rekenen met) Woordformules
Huiswerk: 
leren: 2.5.
maken 68, 69, 70, 73 en 74.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Voorbeeld:
Hoeveel moet ik betalen wanneer ik ga karten? 
Per ronde betaal ik € 3,50.  
Woordformule is dan: Kosten = 3,50 * aantal rondes

Slide 4 - Slide

Aanpak oplossen woordformules

Slide 5 - Slide

=                         x
Ik ga overnachten in een hotel en per nacht  betaal ik 36 euro. 
Maak van onderstaande woorden en getallen een woordformule

Aantal nachten
36
Prijs in euro's
Hotel
12

Slide 6 - Drag question

=                         x
Ik ga overnachten in een hotel en per nacht  betaal ik 36 euro. 
Hoe bereken ik dan hoeveel ik betaal als ik 5 nachten blijf?

Aantal nachten
36
Prijs in euro's
Hotel
12
5

Slide 7 - Drag question

Hoeveel betaal ik als ik 5 nachten blijf?
Prijs in euro's = 36 x aantal nachten
Vul alleen het eindantwoord in.

Slide 8 - Open question

Voorbeeld 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat hebben we geleerd?
Betekenis en het gebruik van woordformules!
Succes met het huiswerk.
VWO >> Leren: 2.5.
Maken: 68, 69, 70, 73 en 74.

Slide 11 - Slide

Woordformules zelf opstellen

Slide 12 - Slide

Voorbeeld

Slide 13 - Slide

Wat is woordformules van de vorige slide?

Slide 14 - Open question

Voorbeeld met een vast deel en variabel deel

Slide 15 - Slide

Wat hebben we geleerd?
Betekenis en het gebruik van woordformules!
Succes met het huiswerk.
HAVO: Leren: 2.4.A n 2.4.B.
Maken: 59, 60, 62, 63, 64, 65 en 66.

Slide 16 - Slide