Ecologie Havo

Examen biologie havo
Examenzittingen
donderdag 27 mei 2021 13:30-16:30
1e tijdvak
woensdag 23 juni 2021 13:30- 16:30
2e tijdvak
dinsdag 6 juli 2021 13:30-16:30
3e tijdvak
1 / 41
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with text slides.

Items in this lesson

Examen biologie havo
Examenzittingen
donderdag 27 mei 2021 13:30-16:30
1e tijdvak
woensdag 23 juni 2021 13:30- 16:30
2e tijdvak
dinsdag 6 juli 2021 13:30-16:30
3e tijdvak

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog over
...
Ecologie

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vandaag
Herhaling ecologie
Maken examenopgaven
Vragen

Slide 4 - Slide

Begrippen
producent, consument, reducent, trofisch niveau, autotroof, heterotroof, (an)organische stof, fossiele brandstof, biobrandstof, biomassa, fotosynthese, dissimilatie, (an)organische stof, (de)nitrificatie, ammonificatie, stikstofbinding, uitspoeling, eutrofiëring, biomassa, broeikaseffect, habitat, geboorte, sterfte, migratie, exoot,
trofische niveaus, predatie, vraat, signaalstoffen, symbiose, parasitisme, mutualisme, commensalisme, beperkende factor, tolerantie, optimum, persistent, biologisch afbreekbaar, populatie,

Slide 5 - Slide

Heterotroof en autotroof 

Slide 6 - Slide

Autotroof vs heterotroof
Autotroof: maakt zelf organische stoffen door fotosynthese
Heterotroof: eet andere organismen om aan organische stoffen te komen

Slide 7 - Slide

Examenopgaven
2011-II
opdr. 16, 18

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Trofisch niveau:  een schakel in een voedselketen
Producenten (autotroof)
Zetten anorganische stoffen om in organische stoffen
Consumenten (heterotroof)
Hebben organische stoffen nodig voor maken andere organische stoffen
Reducenten (heterotroof)
Zetten organische stoffen om in anorganische stoffen
         zorgen voor mineralisatie

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Examenopgave

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Piramide van energie

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Draagkracht
De draagkracht is de maximale populatiegrootte waarvoor in een gebied voldoende voedsel, schuil- en nestplaatsen zijn. 

Beperkende factoren remmen de populatiegroei waardoor deze onder de draagkracht blijft, zoals concurrentie van andere soorten, predatie, onvoldoende voedsel, ziektes en andere oorzaken van sterfte. 

Slide 17 - Slide

Dynamisch evenwicht
Schommelingen rond de draagkracht

Predatorenpiek altijd ná         prooipiek (ook dal)
    

Slide 18 - Slide

Accumulatie van persistente stoffen

Slide 19 - Slide

Symbiose
M: mutualisme (beiden soorten hebben voordeel). Bijvoorbeeld: korstmossen, wortelknolletjes bij vlinderbloemigen, bittervoorn en zoetwatermossel

C: commensalisme (een soort heeft voordeel; de ander heeft geen nadeel, maar ook geen voordeel). Bijvoorbeeld: zeepok op een mossel

P: parasitisme (een soort heeft voordeel; ander heeft nadeel). Bijvoorbeeld: spoelwormen, bloedzuigers, lintwormen, etc.

Slide 20 - Slide

De koolstofkringloop

Slide 21 - Slide

Binas 93F

Slide 22 - Slide

Stikstofkringloop

Slide 23 - Slide

Binas 93G

Slide 24 - Slide

N-kringloop in het echte leven

Slide 25 - Slide

Eutrofiëring
Voedselrijker worden van water/bodem


vb sloot
alg->watervlo-> brasem-> snoek

Slide 26 - Slide

Examenopgave
maken opdr. 5, 6

Slide 27 - Slide

Antwoorden

Slide 28 - Slide

Broeikasteffect vs versterkt broeikaseffect
Natuurlijk broeikaseffect
Versterkt broeikaseffect

Slide 29 - Slide

Verspreidingsgebied
Areaal: daar waar de soort op aarde voorkomt.
Bepaald door de tolerantiegrens voor abiotische factoren (=beperkende factor)

Slide 30 - Slide

Beperkende factor
De factor (abiotisch) die de snelheid of de groei van het proces bepaalt doordat er slechts een gelimiteerde hoeveelheid van beschikbaar is.

Slide 31 - Slide

Belangrijke abiotische factoren
Bodem
Licht
Water
Temperatuur

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Examenopgaven
2004 II
opdr. 10, 11, 13, 39

Slide 34 - Slide

Antwoorden

Slide 35 - Slide

1. de rol uitleggen van producenten, consumenten en reducenten in de kringlopen van koolstof en stikstof;
2. kringlopen van elementen in een ecosysteem beschrijven, en benoemen welke factoren daarop van invloed zijn;
3. beargumenteren met welke maatregelen de mens nutriëntenkringlopen en daarmee het systeem Aarde kan beïnvloeden.

Slide 36 - Slide

1. energiestromen in een ecosysteem beschrijven en toelichten welke factoren daarop van invloed zijn;
2. modellen van energiestromen beschrijven en benoemen welke processen en organismen daarin een rol spelen;
3. beargumenteren met welke maatregelen de mens energiestromen kan beïnvloeden

Slide 37 - Slide

1. beschrijven wat onder een ecosysteem wordt verstaan en welke componenten daarvan deel uitmaken;
2. uitleggen welke rol concurrentie binnen en tussen populaties speelt bij de dynamiek(instandhouding en ontwikkeling) van een ecosysteem;
3. uitleggen welke rol biotische en abiotische factoren spelen bij de dynamiek binnen een ecosysteem;4beargumenteren met welke maatregelen de mens de zelfregulatie van ecosystemen kan beïnvloeden

Slide 38 - Slide

1. voedselrelaties tussen organismen beschrijven;
2. relaties in een voedselketen benoemen;
3. in een voedselweb voedselketens herkennen

Slide 39 - Slide

1. veranderingen van abiotische en biotische factoren in een ecosysteem beschrijven;
2. beschrijven welke rol abiotische en biotische factoren spelen bij de instandhouding en ontwikkeling van een ecosysteem;
3. de accumulatie van schadelijke stoffen in een voedselketen uitleggen;

>>> 4 t/m 6

Slide 40 - Slide

4. de rol van concurrentie binnen en tussen de populaties in een ecosysteem beschrijven;
5. beschrijven wat onder duurzame ontwikkeling wordt verstaan, in het bijzonder duurzame energie- en voedselproductie;
6. beargumenteren op welke wijze vraagstukken die betrekking hebben op duurzame ontwikkeling, kunnen worden benaderd.

Slide 41 - Slide