Quiz over Som en verschilformule

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

over 9.1 t/m 9.3

Wanneer gebruik je een zaagtand in een grafiek?

1. Als je de grafiek wilt verzagen
2. Als je een deel date je niet gebruikt op de verticale als eruit wil laten
3. altijd bij een dalende lijn
4. altijd bij een stijgende lijn

Wat is een richtingscoëfficiënt?

1. een formule
2. een assenstelsel
3. het hellingsgetal
4. het begingetal

Wat zijn de variabelen in deze formule H = 5 + 3t

1. H en t
2. 5 en 3
3. 3t
4. H

Formule y = 9000 - 100x
Wat is het startgetal?

1. 100
2. -100
3. y
4. 9000

Formule y = -6 + 8x
Wat is Hellingsgetal?

1. 6
2. 8
3. -6
4. -8

Hoe loopt de grafiek met de formule
H = 2000 - 100t

1. dalend
2. stijgend
3. verticaal
4. horizontaal

Aantal liter = 500 - 50t
t is in minuten
Na hoeveel minuten is er 0 liter over?

1. t = 5
2. t = 0
3. t = 8
4. t = 10

Verdiensten in euro = 5 + 2,50t
t is tijd in uren
Hoeveel heb je verdient na 4 uur werken?

1. 30 euro
2. 10 euro
3. 15 euro
4. 17,50 euro

Bekijk het plaatje hiernaast

Als je de grafiek van de mannen en vrouwen bij elkaar optelt, dan krijg je de groene grafiek. Dit heet de somgrafiek.

voorbeeld in 2009 waren er 200 vrouwen en 150 mannen, dus totaal in 2009 350 inwoners

som- en verschilformule

Bij een somformule tel je 2 formules bij elkaar op. De getallen samen en de letters samen.

Bij een verschilformule haal je de ene formule af van een andere formule. Voorbeeld  H = 5 + 10t                begingetal 5 - 2 = 3

                        H = 2  -  6t  _             10t - - 6t = 10t + 6t = 16t

                        H = 3 + 16t  

min en min achter elkaar wordt plus en een min voor een getal hoort bij het getal. Dus voor de 6 staat een min, dus de min hoort bij 6. 

Maak van de 2 formules een somformule.
h = 5 + 6t
h = 3 + 4t
Wat is de somformule

1. h = 5 + 6t
2. h = 8 + 10t
3. h = 2 + 2t
4. h = 8 + 2t

Maak van de 2 formules een somformule.
aantal = 4 - 6t
aantal = 4 + 2t
Wat is de somformule

1. aantal = 4 + 4t
2. aantal = 8 + 8t
3. aantal = 8 + 4t
4. aantal = 8 -4t

Maak van de 2 formules een verschilformule.
y = 10 - 7x
y = 5 + 3x
Wat is de verschilformule

1. y = 15 + 10x
2. y = 5 + 10x
3. y = 5 - 10x
4. y = -5 - 10x

Maak van de 2 formules een verschilformule.
inhoud = 15 + 6p
inhoud = -5 + 4p
Wat is de verschilformule

1. inhoud = 10 + 6p
2. inhoud = 20 + 2p
3. inhoud = 10 + 2p
4. inhoud = 15 + 2p

Welke formule hoort bij de groene lijn?

1. y = 1,5
2. x = 1,5

Hoe loopt de grafiek y = 5

1. verticaal
2. horizontaal

Wat is de formule van de rode lijn?

1. x = -2
2. x = 2
3. y = 2
4. y= -2

Welke bewering is waar.
I Het hellingsgetal van een dalende lijn is negatief
II de grafiek x = 10 loopt verticaal

1. alleen I
2. I en II
3. alleen II
4. geen van beide