What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Toptaal A1A2 31 maart 2022
De woorden van thema 11,
werkwoorden en voegwoorden
1 / 40
next
Slide 1:
Slide
NT2
MBO
Studiejaar 4
This lesson contains
40 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De woorden van thema 11,
werkwoorden en voegwoorden
Slide 1 - Slide
Moet Debbie nieuwe schoenen kopen? Nee, dat ...................... niet.
A
mogen
B
hoeft
C
wil
D
kunnen
Slide 2 - Quiz
Bij het Kruidvat zijn de luiers in de aanbieding. Ze zijn nu extra .....................
A
gek
B
alvast
C
beslist
D
voordelig
Slide 3 - Quiz
In de pauze halen we een broodje en een kopje koffie in de ......................
A
kantine
B
België
C
schoolplein
D
rij
Slide 4 - Quiz
Wil je vrijdag vrij? Dan moet je .......................... vragen aan jouw baas.
A
arm
B
kaartje
C
toestemming
D
niets
Slide 5 - Quiz
Een schnitzel koop je bij de ........................
A
bakker
B
drogist
C
slager
D
gemeente
Slide 6 - Quiz
De docent heeft geen ................... Ze wacht niet tot de cursist het .................... weet.
A
baas, erna
B
weg, gooien
C
geduld, antwoord
D
leven, zwaar
Slide 7 - Quiz
Ik zet de taart ................. in de oven. Dan is hij gaar als de visite komt.
A
geleden
B
gisteren
C
alvast
D
toen
Slide 8 - Quiz
................... het pak ..................... als het leeg is.
A
Weg, gooi
B
Gooi, weg
C
wacht, af
D
Af, wacht
Slide 9 - Quiz
Jij zegt dat ik geen pauze kan nemen. ..................? Waarom denk je dat?
A
Hoezo
B
Lastig
C
Anders
D
Ernstig
Slide 10 - Quiz
Wij hebben het formulier ..................... ingevuld. Nu moeten we het nog een keer doen.
A
verkeerd
B
voordelig
C
haast
D
alvast
Slide 11 - Quiz
We kiezen een maaltijd van spinazie met rijst. En .................... eten we een toetje.
A
vast
B
niets
C
erna
D
anders
Slide 12 - Quiz
Regelmatige werkwoorden in de
voltooide tijd (vul ook het hulpwerkwoord in)
Slide 13 - Slide
Wij ............... lekker door het bos .................. (wandelen)
Slide 14 - Open question
Mijn opa ................ altijd ............... want hij had geen auto. (fietsen)
Slide 15 - Open question
Jij ................... jouw huiswerk niet ..................! (maken)
Slide 16 - Open question
De kinderen ................... hun jassen op de grond .................. (gooien)
Slide 17 - Open question
In 1985 ................. jullie veel brieven ..................... (faxen)
Slide 18 - Open question
De brandweer ............... een katje uit de boom ............... (redden)
Slide 19 - Open question
Je .............. heel lekker .................. (koken)
Slide 20 - Open question
Jullie ................. vroeger heel veel ............. (reizen)
Slide 21 - Open question
De president ................ niet .................. op die vraag. (antwoorden)
Slide 22 - Open question
Mijn broertje ................ heel lang in Sinterklaas ................. (geloven)
Slide 23 - Open question
Kies het juiste voegwoord:
en, maar, dus, want, of
Slide 24 - Slide
Ik heb een paraplu ................. ik word toch nat.
A
en
B
maar
C
dus
D
want
Slide 25 - Quiz
Ik wordt nat ................... ik heb geen paraplu.
A
dus
B
of
C
want
D
en
Slide 26 - Quiz
Op vakantie gaan we wandelen ............. zwemmen.
A
of
B
want
C
dus
D
en
Slide 27 - Quiz
Ik heb geen paraplu ................ ik word nat.
A
en
B
maar
C
dus
D
want
Slide 28 - Quiz
Ik kan niet kiezen: we eten vandaag aardappels .................... we eten rijst.
A
maar
B
of
C
want
D
en
Slide 29 - Quiz
Maria gaat vroeg lunchen .................. ze heeft honger.
A
want
B
dus
C
maar
D
of
Slide 30 - Quiz
Onregelmatige werkwoorden
Slide 31 - Slide
Julian ..................... het boek aan mij. (geven)
Slide 32 - Open question
Opa en oma hebben een nieuwe computer ..................... (kopen)
Slide 33 - Open question
Wij .................. met de burgemeester over de problemen in de buurt. (spreken)
Slide 34 - Open question
Jij ..................... drie dagen op bed, omdat je griep had. (liggen)
Slide 35 - Open question
Jullie ........................ veel te laat in de les. (zijn)
Slide 36 - Open question
De herten ..................... in het bos. (verdwijnen)
Slide 37 - Open question
De rijpe pruimen ....................... uit de boom. (vallen)
Slide 38 - Open question
Corona heeft sommige mensen ook iets goeds ...................... (brengen)
Slide 39 - Open question
De soldaat ....................... een lange brief naar huis. (schrijven)
Slide 40 - Open question
More lessons like this
Toptaal A1A2 5 april
April 2022
- Lesson with
35 slides
NT2
MBO
Studiejaar 4
Toptaal A1A2 29 maart
March 2022
- Lesson with
30 slides
NT2
MBO
Studiejaar 4
Digibordles
January 2022
- Lesson with
23 slides
by
Kidsweek in de Klas
Taal
Wereldoriëntatie
+2
Basisschool
Groep 4-8
Kidsweek in de Klas
Toptaal A1A2 24 mei
May 2022
- Lesson with
44 slides
NT2
MBO
Studiejaar 4
Toptaal A1A2 26-4-2022
April 2022
- Lesson with
26 slides
NT2
MBO
Studiejaar 4
Toptaal A1A2 31 mei
May 2022
- Lesson with
41 slides
NT2
MBO
Studiejaar 4
Voegwoorden A2 th 5 -Omdat, als, maar, want, dus
October 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
MBO
Leerjaar 1
TopTaal A0A1 24 augustus
August 2021
- Lesson with
38 slides
NT2
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6