What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Ma 26 april de voornaamwoorden leren
Woordsoorten
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordsoorten
Slide 1 - Slide
Redekundig
Persoonsvorm
Onderwerp
Werkwoordelijk gezegde
Doelen taalkundig ontleden
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord (zelfstandig, hulp of
koppel
)
Bezittelijk voornaamwoord
Wederkerig voornaamwoord
Wederkerend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
Onbepaald voornaamwoord
Voorzetsel
Bijwoord
Slide 2 - Slide
Woordsoorten
Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Werkwoord
Voorzetsel
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 3 - Slide
Instructie
Persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
wederkerend voornaamwoord
betrekkelijk voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
vragend voornaamwoord
onbepaald voornaamwoord
Slide 4 - Slide
Welke woordsoorten ken je al?
Slide 5 - Open question
Welke voornaamwoorden ken je al?
Slide 6 - Open question
Woordsoorten:
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Vragend voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Slide 7 - Slide
Sleep de woorden naar de juiste woordsoort.
werkwoord
zelfst. naamwoord
bijwoord
voorzetsel
voornaamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
shirt
ik
gele ...
ergens
Morgen
waarschuwen
boeken
boven
jullie
achter
mooi
oprakelen
Jairo
Slide 8 - Drag question
Wat is het betrekkelijk voornaamwoord: Alles wat hij wil, is een beetje rust aan zijn hoofd.
A
alles
B
is
C
wat
D
aan
Slide 9 - Quiz
Verwijswoorden.
Wat zijn aanwijzende/betrekkelijke voornaamwoorden?
A
deze, die, dit, dat
B
dat, die, wie, wat
Slide 10 - Quiz
Wat is het wederkerend voornaamwoord?
Hij verbrandt zich.
A
Hij
B
verbrandt
C
zich
Slide 11 - Quiz
Met het betrekkelijk voornaamwoord die verwijs je naar de-woorden.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn...
A
die, dat, zus, zo
B
zijn, haar, ons
C
die, dat, wie , wat
D
hij, zij, wij
Slide 13 - Quiz
Wat is geen wederkerend voornaamwoord?
A
me
B
haar
C
je
D
zich
Slide 14 - Quiz
Wederkerend voornaamwoord
Vergis hij zich nu niet ?
A
Vergis
B
hij
C
zich
D
niet
Slide 15 - Quiz
Elkaar is altijd een wederkerend voornaamwoord.
A
juist
B
onjuist
Slide 16 - Quiz
Wat is het wederkerend voornaamwoord?
Ik was me.
A
Ik
B
was
C
me
Slide 17 - Quiz
Huiswerk voor do 29 april
Leren alle woordsoorten Blok 5 Grammatica
Zie onderaan bladzijde 251
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Grammatica - Taalkundig Ontleden I
September 2023
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 4 - les 1
September 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
30/03/2023 Grammatica - herhaling
April 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica - taalkundig ontleden klas 1
March 2023
- Lesson with
23 slides
Grammatica woordsoorten
March 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Do 8 juni Voornaamwoorden
June 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Voornaamwoorden
May 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten les 3 2 mavo
April 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2