Grammatica woordsoorten

Welkom

Heb je vragen over de theorie van maandag en dinsdag? Vraag ze deze les! 

1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Welkom

Heb je vragen over de theorie van maandag en dinsdag? Vraag ze deze les! 

Slide 1 - Slide

Deze les

Grammatica: woordsoorten (wat weet je nog?)
Uitleg woordsoorten (voornaamwoorden)
Oefenen met de voornaamwoorden
Je oefent zelfstandig via LessonUp.app
Vragen stellen

Slide 2 - Slide

Uitleg woordsoorten
  1. persoonlijk voornaamwoord
  2.  bezittelijk voornaamwoord
  3. onbepaald voornaamwoord
  4. vragend voornaamwoord
  5. aanwijzend voornaamwoord
  6.  wederkerig voornaamwoord
  7. wederkerend voornaamwoord
  8. betrekkelijk voornaamwoord

Slide 3 - Slide

Geef van 4 soorten voornaamwoorden een korte uitleg

Slide 4 - Mind map

Persoonlijk voornaamwoord

Bezittelijke voornaamwoord

Slide 5 - Slide

Welke voornaamwoorden staan er in deze vraag?
A
Bezittelijk voornaamwoord en persoonlijk voornaamwoord
B
Vragend voornaamwoord en persoonlijk voornaamwoord
C
Vragend voornaamwoord en aanwijzend voornaamwoord
D
Aanwijzend voornaamwoord en bezittelijk voornaamwoord

Slide 6 - Quiz

Het is jouw boek.

Jouw =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Quiz

Wie haalt jullie op?

jullie =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Quiz

Welk voornaamwoord?

Jou
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
C
Aanwijzend voornaamwoord

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Onbepaald voornaamwoord

Slide 12 - Slide

Onbepaald voornaamwoord:
A
daar
B
wie
C
verder
D
men

Slide 13 - Quiz

wat voor soort vnw is 'men'
A
vragend voornaamwoord onbepaald voornaamwoord
B
aanwijzend voornaamwoord
C
onbepaald voornaamwoord
D
der, die of das 34

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord 

Slide 16 - Slide

Aanwijzend voornaamwoord 

Slide 17 - Slide

wederkerend voornaamwoord

Slide 18 - Slide

Wederkerig voornaamwoord 


Elkaar - elkaars
Elkander – elkanders
Mekaar – mekaars


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Maken:
Oefening 1 staat op de volgende slide 
(je gaat naar een oefenwebsite)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Hoe ging deze oefening?

Slide 23 - Open question

Oefenen
Op de volgende slide word je doorverwezen naar een oefenwebsite. De oefeningen kan je allemaal proberen.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Welke woordsoorten vind je nog lastig?

Slide 26 - Open question

Huiswerk 
Leren voor de FT!

Slide 27 - Slide