Hoofdstuk 7

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 7

Economie

Toets periode 4

Wat gaan wij vandaag doen?

• Belangrijke begrippen doornemen van H7
• Oefentoets maken
• Oefentoets bespreken

Leerdoelen van vandaag

• Aan het einde van de les weet je wanneer de toets is van hoofdstuk 7
  
  
• Aan het einde van de les weet je de belangrijke begrippen van hoofdstuk 7

Internationale handel

Handel met het buitenland

- Import

- Export

Open en gesloten economie

Veel of weinig in- en uitvoer

• Noord-Korea

Heeft Nederland een gesloten of een open economie

1. Open economie
2. Gesloten economie

Ontwikkelingslanden

Landen waar

• veel armoede,
  
• een slechte gezondheidszorg
  
• en weinig onderwijs is,
  

noem je ontwikkelingslanden.

Andere kenmerken die daarmee te maken hebben: ondervoeding, kindersterfte, analfabetisme, kinderarbeid.

Welvaart

Een land heeft veel welvaart
als de inwoners
in veel behoeften kunnen voorzien.

Alles wat de inwoners van een land
samen verdienen, noem je het nationaal inkomen. 

Vicieuze cirkel
(een cirkel van problemen)

Voor ontwikkelingslanden is het moeilijk om uit de problemen te komen.

Dat betekent dat de oorzaak van het ene probleem weer het gevolg is van een ander probleem.

Ontwikkelingssamenwerking

Rijke landen (ontwikkelde landen) helpen arme landen (ontwikkelingslanden) 

Noodhulp: Korte termijnhulp in noodsituaties. (Natuurrampen, hongersnood)

Structurele hulp: lange termijnhulp met als doel onafhankelijkheid.

• Met onderwijs aan kinderen en volwassenen
• Het inenten van jonge kinderen tegen ziekten

Fairtrade

Waar kan je het logo van Fairtrade op terug vinden?

Hoe zou je ontwikkelingslanden kunnen helpen?

• Fairtrade producten kopen
  
  
• Geld doneren aan
  organisaties zoals; Unicef

Oefentoets hoofdstuk 7

10 vragen

Elke vraag 1 punt

1. Omschrijf wat internationale handel is

2. Nederland heeft een open economie. Dat wil zeggen dat Nederland....

1. Meer exporteert dan importeert
2. Meer importeert dan exporteert
3. Veel exporteert en veel importeert

3. Is de volgende bewering juist of onjuist?

Door vrij verkeer van personen kun jij later in een ander EU-land gaan werken.

1. Juist
2. Onjuist

4. Noem twee voordelen die jij als consument hebt als je een product wilt kopen in een ander land van de eurozone

5. Schrijf drie kenmerken van ontwikkelingslanden op.

7. Vul de vicieuze cirkel in.

1. Weinig inkomen
2. gezondheidsproblemen
3. armoede
4. ondervoeding
5. te zwak om te werken

1. 3 - 4 - 2 - 5 - 1
2. 1 - 2 - 3 - 4 - 5
3. 4 - 3 - 2 - 5 - 1
4. 2 - 5 - 4 - 1 - 3

Vicieuze cirkel

3. Armoede

4. Ondervoeding

2. Gezondheidsproblemen

5. te zwak om te kunnen werken

1. Weinig inkomen

7. Wat is het verschil tussen import en export?

8. Unicef is een hulporganisatie die geld besteedt aan het verbeteren van onderwijs in ontwikkelingslanden.

Geeft Unicef noodhulp of structurele hulp?

1. Noodhulp
2. structurele hulp

9. Wanneer is een land welvarend?

10. Fairtrade chocolade is duurder dan 'gewone' chocolade.

Noem één oorzaak waarom Fairtrade chocolade duurder is

Hoe ging de oefentoets?

Jullie mogen aan de slag met hoofdstuk 7: rekenen.

Online: onderaan hoofdstuk 7

Boek: bladzijde 214

Ben je klaar?
Ga verder met je eigen samenvatting over hoofdstuk 7

Leerdoelen van vandaag

• Aan het einde van de les weet je wanneer de toets is van hoofdstuk 7
  
  
• Aan het einde van de les weet je de belangrijke begrippen van hoofdstuk 7