Hoofdstuk 5: werkwoord to be en rangtelwoorden

Leerdoel
Je kunt jezelf kort voorstellen in het Engels.
Je kunt het werkwoord 'to be' gebruiken in het Engels en je kent de vertaling.


1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Leerdoel
Je kunt jezelf kort voorstellen in het Engels.
Je kunt het werkwoord 'to be' gebruiken in het Engels en je kent de vertaling.


Slide 1 - Slide

he is means?
A
zij is
B
hij is
C
wij zijn
D
jij bent

Slide 2 - Quiz

we are means
A
Jij bent
B
Wij zijn
C
Zij is
D
Ik ben

Slide 3 - Quiz

The verb 'to be' 

Slide 4 - Slide

Why?
Je gebruikt het werkwoord
to be (zijn) in bijna álle zinnen die je maakt om jezelf goed voor te stellen. 
Het is het meest gebruikte werkwoord in het Engels.

Slide 5 - Slide

It
A
am
B
are
C
is
D
's

Slide 6 - Quiz

Wij zijn
A
We is
B
We am
C
We 're
D
We are

Slide 7 - Quiz

You
A
are
B
is
C
am
D
're

Slide 8 - Quiz

They're means
A
hij is
B
wij zijn
C
zij zijn
D
jullie zijn

Slide 9 - Quiz

They _______ very friendly.

Slide 10 - Open question

Woordweb over jezelf

Slide 11 - Mind map

The verb 'to be' 
Weet je het nog?

Slide 12 - Slide

Huiswerk (toets)
Leer het werkwoord 'to be'
Oefen met het voorstellen van jezelf op papier.

Slide 13 - Slide