Proeftoets grammatica 3e editie 3 hv

Lesdoelen

Voorbereiding proeftoets grammatica:

- Je kunt aan de hand van de proeftoets goed bepalen welke onderdelen je nog moet leren.

- Je gaat op de methodesite het onderdeel oefenen dat je nog lastig vindt.

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lesdoelen

Voorbereiding proeftoets grammatica:

- Je kunt aan de hand van de proeftoets goed bepalen welke onderdelen je nog moet leren.

- Je gaat op de methodesite het onderdeel oefenen dat je nog lastig vindt.

Slide 1 - Slide

Hij zal waarschijnlijk de iPhone X kopen.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 2 - Quiz

Mijn jas is meegenomen door mijn vriendin.
A
bedrijvende vorm
B
lijdende vorm

Slide 3 - Quiz

Zodra de wekker af is gegaan, sta ik op.
A
hoofdzin, bijzin
B
bijzin, bijzin
C
hoofdzin, hoofdzin
D
bijzin, hoofdzin

Slide 4 - Quiz

Wat is de hoofdzin(hz) en de bijzin (bz)?

Hij mag altijd eerst, tenzij hij voetbaltraining heeft.

A
hz: Hij mag altijd eerst. bz: tenzij hij voetbaltraining heeft.
B
hz: tenzij hij voetbaltraining heeft. bz: Hij mag altijd eerst.
C
hz: hij mag bz: altijd eerst tenzij
D
hz: altijd eerst tenzij bz: hij mag

Slide 5 - Quiz

Terwijl moeder het beslag maakt, zet Evi de oven aan.
A
bijzin, hoofdzin
B
hoofdzin, hoofdzin
C
bijzin, bijzin
D
hoofdzin, bijzin

Slide 6 - Quiz

De boer bewerkt het land, zodat daar weer bloemkool kan groeien
A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 7 - Quiz

Het voegwoord: want

is een ...................voegwoord
A
nevenschikkend (dus 2 hoofdzinnen)
B
onderschikkend (dus hoofdzin en bijzin)

Slide 8 - Quiz

Heeft de volgende zin een bijvoeglijke bepaling of een bijvoeglijke bijzin?

De leerlingen die een onvoldoende voor de toets hebben gehaald, moeten deze herkansen.
A
bijvoeglijke bijzin
B
bijvoeglijke bepaling

Slide 9 - Quiz

Een bijvoeglijke bepaling is een zinsdeel.
A
juist
B
niet juist

Slide 10 - Quiz


Naar welk woord verwijst de bijvoeglijke bijzin in:

Mijn broer die in 4 havo zit, heeft vorig jaar een maand in Zweden gestudeerd.
A
Mijn broer
B
broer
C
4 havo
D
Zweden

Slide 11 - Quiz

De coach legde de selectiespelers gisteren de nieuwe tactiek uit.
De selectiespelers =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Quiz

Bijstelling of bijvoeglijke bepaling?
Astrid, docent op het Dalton, is dol op hardlopen.
A
'docent op het Dalton' is een bvb
B
'docent op het Dalton' is een bijstelling.

Slide 13 - Quiz

Wat is het zinsdeel tussen haakjes?

Ik heb [voor jou] een schilderij gemaakt.
A
voorzetselvoorwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 14 - Quiz

Wat is het voorzetselvoorwerp in de zin?

De politie waarschuwde hem voor de laatste keer.

Slide 15 - Open question

Is het zinsdeel tussen haakjes
een voorzetselvoorwerp?

Waarom zou je [aan jezelf] twijfelen?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Een rijke bankier wil als vriendelijk gebaar de noodlijdende amateurvoetbalclubs gratis voetbaltenues schenken.

als vriendelijk gebaar =
A
werkwoordelijk gezegde
B
bijwoordelijke bepaling
C
lijdend voorwerp
D
onderwerp

Slide 17 - Quiz

Is het vetgedrukte deel een bijvoeglijke bepaling of een bijwoordelijke bepaling?

Meneer van Zwanen geeft les over de spijsvertering.
A
BVB
B
BWB

Slide 18 - Quiz

Is het vetgedrukte deel een bijvoeglijke bepaling of een bijwoordelijke bepaling?

De nieuwe film met Leonardo DiCaprio trekt volle zalen.
A
BVB
B
BWB

Slide 19 - Quiz

De druk op de werknemers is de laatste jaren flink toegenomen.
A
werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 20 - Quiz

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
     www.redekundig.nl 
     
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 21 - Slide

0

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video